SAL8136, Akte: R°27.2 (38 van 417)
Akte R°27.2
Act
Datum: 1466-08-04
Transcriptie
2020-04-03 door myriam bolsIt(em) den voirs(creven) brief zal blive(n) liggen(de) ond(er) scepen(en) opde (con)dicie(n) inde(n) voirs(creven)/
brief beg(re)pen ende oft de vors(creven) lijft(ochte) ghequete(n) wordde voe(r) en(de) eer de vors(creven)/
lijsbeth te huwelick ghetoghe(n) wa(r)e dat datme(n) die pe(n)ninghe d(air) af/
comen(de) [altijt] weder o(m)me aenleggen sal bij wete ende (con)sente goorts bubbele(re)n/
in ghelijke lijft(ochte) tott(er) wijlen toe dat lijsbeth gehudt sal sijn oft de vors(creven)/
moeder aflivich wordde(n) sal sijn en(de) in dien ghevalle sal alsdan den/
voirs(creven) brief volghe(n) der selv(er) lijsbette(n) cor(am) eisd(em)
Nagekeken door: Mi-Je Van Gils
Moderator: Mi-Je Van Gils
Laatste update:: 2018-08-13 door The Administrator