It(em) de vors(creven) gielijs heeft gecleert dat hij de vors(creven) schult geloeft/ heeft van wegen des abs va(n) gemblours en(de) dat die spruyten(de) co(m)pt/ uut eene(n) brieve van viii rins gul(den) lijftochte(n) ten live des vors(creven)/ joes met brieven b d(aer) inne de vors(creven) abt met sine(n) segel en(de) brieve(n)/ v(er)bonde(n) steet En(de) so es vurwerde datme(n) de(n) vors(creven) joese den vors(creven)/ scepen(en) brief vande(n) lxxx rins gul(den) vors(creven) niet ov(er)geve(n) en sal noch/ hem d(aer) mede behulp sc laten gescieden de vors(creven) joes en sal tierst en(de)/ voe(r) al den vors(creven) joese [gielise] in sinen handen en(de) vrijen behelde ov(er)gegeve(n)/ hebben en(de) gebracht den lijftochtbrief vande(n) viii rins gul(den) vors(creven) sond(er)/ argelist cor(am) eisd(em)

It(em) den vors(creven) lijftochtbrief vande(n) viii rins gul(den) heeft de vors(creven) joes/ gelev(er)t den vors(creven) gielise in sinen vrien behelde soe de selve giel(ijs)/ dat bekint heeft augusti xi a(nn)[o] lxxii