It(em) peeter croll zone jans croll jan reers zone lambrechts reers/ ende cornelijs vand(er) elst alle wonen(de) [vacat]/ hebben ghelooft indivisim roelove roelofs alse vanden iiii[de(n)] coepe/ vanden houte van eene(n) stuck boschs den voirs(creven) roelove toebehoren(de) houd(ende)/ een boend(er) ghelegen te holsbeke boven die kercke ix(½) rinssche guld(en)/ tstuck te xx st(uvers) gerekent half tsinte jansmisse bapt(isten) neestc(omende) et half/ te bamisse d(aer) nae volgen(de) te bet(alen) ass(ecutu)[m] Met (con)dicien oft des voirs(creven) boschs/ meer oft myn bevonden wordde houden(de) ind(er) maten dan voirs(creven) es datme(n) na/ de ghelande van dien meer en(de) myn betalen sal It(em) dat de voirscr(even)/ schuld(er)s tvoirs(creven) hout afhouwen ende vellen sulle(n) bynne(n) aprille naestc(omende)/ en(de) dat vanden bossche geruympt hebben tuytganck meye dair nae/ It(em) dat de vors(creven) p(er)sone(n) opt voirs(creven) boend(er) boschs zullen laten staen xvi/ laet eycken ende ofts meer ofts myn es dat sij altijt nae de ghelande/ van dien dair op meer ende myn sullen laten staen cor(am) oppend(orp) lynde(n)/ oct(obris) xxix