En(de) acht(er)volgen(de) den vors(creven) vo(n)nisse zo heeft de vors(creven) s(er)vaes met den diene(r)/ ons gened(ichs) h(ere)n en(de) poirt(er)s die bijden selve(n) diene(r) ov(er) de vors(creven) clachte/ als getuyge(n) geroepen wa(r)en gethoent de clachte vors(creven) alsoe/ geschied te zijne en(de) dat den dach van rechte d(aer)af diende op/ en dijsdaghe lestleden en(de) also hebbe(n) de scepen(en) gewijst dat/ de vors(creven) s(er)vaes den vors(creven) arnde de smet voe(r) de vors(creven) so(m)me v(er)reict/ sal hebbe(n) na dat de wairh(eit) gedragen heeft abs(oloens) m(er)cels hoeve(n) lynde(n) fe(bruarii) iii R256.4!!/ It(em) jan de decke(re) van antw(er)pen die inder vroenten jans vand(er)/ hulst vorst(er)s te loven(e) heeft doen houden eene(n) gheheeten woute(re)n/ de punde(re) huyvette(r) heeft gelooft de selve jan de decke(re) den selve(n)/ janne vander hulst te betalen(e) alle alsulken vroentcosten als de/ voirs(creven) woute(r) de punde(re) in sijnre vroenten gheseten heeft vanden/ yersten daghe sijnre hachten totten daghe toe van heden ende/ van desen daghe voorts de selve costen verantw(er)t ende dair/ voe(r) gelooft inne te stane tot in dijsdaghe naestcomen(de) o(m)me/ alsdan met leveringhen trecht opden voirs(creven) woute(re)n te nemen(e) en(de)/ te volghen(e) cor(am) roelofs tybe burg(imagistris) et aliis de (con)silio febr(uarii) p(ri)ma