SAL8142, Akte: V°316.1 (568 van 817)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°316.1  
Act
Datum: 1474-03-08

Transcriptie

2020-11-23 door myriam bols
Alsoe als jan vander phalizen als momboir sijnre huysvrouwe(n)/
inden beghijnhove te loven(e) beslaghen hadde zeke(re) haeflijke goede en(de)/
pe(n)ninghen jacoppe vander haghen uut doode yden wijlen/
ballinx toebehoerende voir schout die de selve jacop den voirscr(even)/
janne als momboir sijnre huysvrouwen voirs(creven) schuldich was/
ende voir de selve schult op de selve goede svoirs(creven) jacops ghevolght/
heeft met drie behoirlijke ghenechten ende de conde van dien/
ghedaen aen lijnen mychiels ghelijck hij dat mette(n) diene(re)n/
ghetoent heeft p(rese)nterende sijn schout te groetssen(e) bij sijne(n) eede/
ende hij tot der v(er)ificacien ende groetsinghen van sijnre schult bij/
vo(n)nissen der scepen(en) van loven(e) ghewijst sijnde die met sijnre eedt/
ghev(er)ificeert ende ghegoest heeft gedragen(de) t(er) su(m)men van xxix/
gulden(en) croene(n) oft die weerde Soe hebben de scepen(en) van loven(e)/
ghewijst dat hem de voirs(creven) goide tot behoef vanden voldoene vand(er)/
voirs(creven) sijnre gheverificeerde schult volghen sullen cor(am) blanckart/
absoloens f(ilio) q(uon)d(am) iudoci m(er)sels hoeve(n) marcii viii
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2019-05-08 door kristiaan magnus