It(em) henrick zeels mold(er) [en(de) adriaen van thiene(n) vleeschouwe(r)] hebbe(n) ghelooft [indivisim] geerde zeels molde(r) sijne(n)/ brueder [desselfs geerts] alse vanden coepe van eene(n) molensteele xxi rinssch(en) gulden(en)/ te xx st(uvers) tstuck et iii pl(a)c(ken) den st(uver) gerekent t(er) goeder rekeninghe(n) deen/ helicht dair aff te paessche(n) naestcomen(de) ende dand(er) helicht d(air) af/ tons(er) liev(er) vrouwe(n) daghe nativitas dair nae volgen(de) te betalen(e) q(uolibet)/ ass(ecutu)[m] Inde est fideiussor adrianus van thiene(n) vleeschouwe(r) Et/ p(ri)m(us) cor(am) roelants tybe augusti vi[ta]