Item de voers(creven) jan vanden broecke heeft geloeft alle/ condicien en(de) voirwerdden voers(creven) gelijck die voergenoe(m)de/ puntten inne hebben te voldoene als vervolghde/ schout uuytgenomen dat den termijn sprekende/ xiiii daghe voir s(in)t jansmisse oft xiiii daghe nae/ hem bijd(en) voergenoe(m)d(en) persoenen vand(er) twee dorpen/ met consente vand(er) stad dat [tot] desen daghe toe verlingt/ es geweest ende heeft geloeft te beginnen(e) te wercken(e)/ bynnen drie weken naestcomen(de) en(de) sonder cesseren tselve/ werck te volmake(n)ne ende mer hondert rinss(che) guld(en)/ ten prijse als voe(re)n te trecken(e) en(de) dander vijftich heeft/ geloeft [de selve jan] zijne(n) borghen naeges(creven) op den wissel te laten/ stae(n)ne tot dat tselve werck endvolmaect en(de) alle (con)dicien/ voldaen sullen sijn ende hier af zijn borghen desselfs/ jans vand(en) broecke ongesundert en(de) onverscheiden/ bertholomeus van maelcoete zeeldrage(r) willem van/ ru(m)menen ty(m)merman henrick de keyser metsere/ ende aert cogoens kareelmake(r) [Et p(ri)mus p(ro)m(i)sit? (et)c(etera)] Coram tybe/ burgim(a)g(ist)ro hoelair thenis scab(in)is vii[a] jullii

Item totte(n) vors(creven) l rins gul(den) die opte(n) wissel soude(n) blive(n) staen(de) heeft gelooft en(de) toegeseet dese selve jan/ dat aldair toe noch sulle(n) blive(n) staen(de) alsulke xxv rinssche gul(den) als dair noch staen opde vurw(er)de en(de)/(con)dicie(n) voirs(creven) cor(am)/ buetssele thenis iuniore septemb(ris) xii