Alsoe als in rechte come(n) zijn voe(r) den raide van des(er) stad/ jan scrijne aenlegge(r) t(er) eenre tegen henricke berch/ geheeten byelyen v(er)w(er)de(r) t(er) ande(r) zijden uut zaken van/ zeke(re)n goeden en(de) waren daer [af] de selve jan scrijne den/ voirs(creven) henricke berch eysschen(de) was den heelen coop/ en(de) dat mits dien dat de voirs(creven) henrick de selve goede/ alh(ier) in des(er) stad hadde doen afleggen en(de) alsoe alh(ier) v(er)nacht/ Dair op de selve henr(ick) hem v(er)antwordden(de) dede segge(n)/ dat hij dair af ongelast en(de) ongehouden soude blijven/ aengesien dat de voirs(creven) goede in deser stad niet v(er)cocht/ en zijn geweest Op dwelck de selve jan replice(re)nde seyde/ datmen van outs onderhouden heeft in des(er) stad den
//
heelen coop te betalene van allen goeden en(de) waren die alh(ier)/ in des(er) stad afgeleecht wordden en(de) vernachten gelijck de/ goede svoirs(creven) henricx gedaen hebben geweest al eest zoe dat/ die goede alh(ier) niet v(er)cocht en wordden Vand(en) welcken/ de voirs(creven) jan scrijne hem gedragen heeft totten goeden/ lieden die van outs van gelijcken gehanteert hebben en(de)/ want de voirs(creven) jan scrijne zijns vermets volquam en(de)/ volcomelijck thoende datmen van gelijcken goeden alh(ier)/ afgeleecht wordden en(de) v(er)nachten sculdich is heelen coop/ te geven Soe is get(er)mineert voe(r) recht nae aensp(ra)ke/ v(er)antwordden replijcke en(de) thoenisse voirs(creven) dat de vors(creven)/ henr(ick) byelyen van des voirs(creven) is den selve(n) janne/ scrijne sculdich sal zijn te betalene zijne(n) heelen coop/ oft desselfs jans scrijne moet te hebben(e) Act(um) in pleno/ consilio junii xviii