Allen dat airt crol heeft geconst(itueert) zijn p(ro)cur(eur)s/ en(de) voirgang(er)s gielijs crol zone desselfs constit(ueerder)/ airde crol zone des voirs(creven) gielijs janne van/ landenen dess cnape desselfs gielijs willem(me)/ van leefdale henricke van raveschote aut in/ allen zijnen zaken gescillen en(de) bederven die/ hij alsnu uutstaen(de) heeft oft namaels hebben sal moege(n)/ in for(ma) P(ro)mitt(ens) rat(um) Cu(m) compu(taci)[o(n)e] et revo(caci)[o(n)e] cor(am)/ ijssche burg(imagistr)[o] boechout baets ap(ri)lis v