SAL8172, Akte: R°106.1-R°107.1 (157 van 546)
Akte R°106.1-R°107.1
Act
Datum: 1512-10-13
Transcriptie
2024-02-28 door Jos JonckheerNae dien jan peysman vorstere ons(es) genad(ichs)/
hee(re)n des keyserlijker maiesteyt en(de) ertshertog(en)/
karels van oistr(ijc) in des(er) hue(re)n genad(ichen) stadt/
van loeven(e) etc(etera) comen is voe(r) den raide/
des(er) stad aldair hij ontbood(en) heeft jouffr(ouw)[e]/
odilije woenen(de) op die leye den selven raide/
opdoende en(de) te kinnen geven(de) hoe tot zijne(n)/
huyse geseten hadde als gevangen een man/
geheeten jan vand(en) nuwen huyse va(n) a(n)tworpe(n)/
en(de) dat ter causen van eenen scake(n) die hy/
soude hebben gedaen eene(n) p(er)soene geheeten/
lijsbeth sroyen dochter jans sroyen coopman/
van antworpen de welcke jan voirs(creven) v(er)theert/
heeft tot ten huyse jans peysman de somme/
van acht rinsguldene(n) en(de) daer en bove(n) seggen(de)/
dat de voirs(creven) joyffr(ouwe)[e] voe(r) de voirg(eruerde) so(m)me gesproke(n)/
hadde in p(rese)ntie van twee goede manne(n) soe/
verre als sy dit bekinnen wilde soe soude/
sij die waerheyt kynnen en(de) in gevalle van/
ontkinnen(e) soe p(rese)nteerde hij dit te thoenen/
en(de) dit aldus bij hem gethoont oft bij haer/
bekynt concludeerde hij dat jouffrouwe/
odilie voirs(creven) sculdich soude zijn den voirs(creven)/
jannen de voirs(creven) somme van viii r(ins) gulden(en) op/
te leggen(e) en(de) te betalene et(cetera) wair op/
jan van hattert als p(ro)cur(eur) der voirs(creven) jouffr(ouwe)/
odilien dede seggen met jannen van udekem/
voirsprake hoe de voirs(creven) gevangen(e) metten/
anderen sijnen medegesellen los ende vrij/
gewees(t) is en(de) dair omme hoopen(de) dat/
zij egheene costen sculdich en zijn midts/
den reden(en) voirs(creven) en(de) al wairt soe dat de/
voirs(creven) jouffr(ouw)[e] odilie soude moghen gesproken/
hebben voe(r) eenige costen totter sommen toe/
voirs(creven) soe heeft sij alleenlijck gesproken/
voe(r) costen van rechte en(de) niet voirde(r) seggen(de)
//
datmen ne(m)mermeer bevinden en soude dat zij/ anders voe(r) eenige costen gesproken heeft ende/ want de voirs(creven) jan vanden nuwenhuyse mett(er)/ scepene(n) vonnisse geabsolveert is vand(en) eyssche(n)/ vand(en) meyere van alsulcken mesuyse als/ hij hem opseydt gep(er)petreert te hebben soe/ en was hij egheen costen sculdich (et)c(etera) waerop/ jan peysman r(e)pliceerde en(de) zeyde dat hy/ hem nyet en stiet aen alsulcken vonnisse/ als de scepene(n) gewesen hadden maer/ hiel hem aen alsulcken toeseggen als de/ voirs(creven) jouffr(ouw)[e] hem toegeseedt hadde/ p(rese)nterende te thoenen als voe(r) dat zy/ hem simpliciter voe(r) de voirs(creven) so(m)me gesproken/ hadde en(de) noyt en vermaende van costen/ van rechte wair de voirs(creven) jan va(n) hattert/ seyde datmen dat nyet bevinden en soude/ dat de voirs(creven) jouffr(ouw)[e] dat simpliciter/ gelooft heeft ind(er) maten gelijck hij/ jan dat bijleede te thonen(e) open(lijc) hem daer/ aff zijnen thoen wair van de voirs(creven)/ jan peysman voirs(creven) dach nam van thoene/ en(de) zijne(n) thoen geleydt hebben soe/ concludeerde hij dat hij hoopte genoech/ gethoent te hebben(e) om te comen(e) tot/ zijnder voirs(creven) conclusien ende de voirs(creven)/ jan van hattert procur(eur) en(de) ind(en) name/ als vo(r)e sustineerde de (con)trarie hopen(de) dat/ hij niet genoech gethoont en hadde om/ tot zijnder (con)clusien te comen(e) p(er)sisteren(de) in/ zijne(n) voirnemen(e) en(de) concluderende ter (contra)rien/ dat hij los en(de) vrij soude gewesen word(en)/ vand(en) eysch des voirs(creven) jans peysmans/ begheeren(de) in beid(en) sijden recht ende/ terminatie en(de) den raide aensprake ende/ verantwoirden gehoirt hebben(de) en(de) den
//
thoen ov(er)sien en(de) op al rijpelijck geledt/ hebben(de) soe t(er)mineerde de(n) selve(n) dat jouffr(ouw)[e]/ odilie voirs(creven) sculdich sal sijn ja(n)ne(n) peysman/ te voldoene de somme van acht rinsgulden(en)/ nae dat de waerheyt gedrag(en) heeft Act(um)/ in (con)silio opidi cor(am) oliviers s(u)b(stitu)[to] (et) caverson/ burg(imagistr)[o] berghe roelofs boshore(n) costere zoete(n)/ mulle et aliis de (con)silio octobr(is) xiii
//
datmen ne(m)mermeer bevinden en soude dat zij/ anders voe(r) eenige costen gesproken heeft ende/ want de voirs(creven) jan vanden nuwenhuyse mett(er)/ scepene(n) vonnisse geabsolveert is vand(en) eyssche(n)/ vand(en) meyere van alsulcken mesuyse als/ hij hem opseydt gep(er)petreert te hebben soe/ en was hij egheen costen sculdich (et)c(etera) waerop/ jan peysman r(e)pliceerde en(de) zeyde dat hy/ hem nyet en stiet aen alsulcken vonnisse/ als de scepene(n) gewesen hadden maer/ hiel hem aen alsulcken toeseggen als de/ voirs(creven) jouffr(ouw)[e] hem toegeseedt hadde/ p(rese)nterende te thoenen als voe(r) dat zy/ hem simpliciter voe(r) de voirs(creven) so(m)me gesproken/ hadde en(de) noyt en vermaende van costen/ van rechte wair de voirs(creven) jan va(n) hattert/ seyde datmen dat nyet bevinden en soude/ dat de voirs(creven) jouffr(ouw)[e] dat simpliciter/ gelooft heeft ind(er) maten gelijck hij/ jan dat bijleede te thonen(e) open(lijc) hem daer/ aff zijnen thoen wair van de voirs(creven)/ jan peysman voirs(creven) dach nam van thoene/ en(de) zijne(n) thoen geleydt hebben soe/ concludeerde hij dat hij hoopte genoech/ gethoent te hebben(e) om te comen(e) tot/ zijnder voirs(creven) conclusien ende de voirs(creven)/ jan van hattert procur(eur) en(de) ind(en) name/ als vo(r)e sustineerde de (con)trarie hopen(de) dat/ hij niet genoech gethoont en hadde om/ tot zijnder (con)clusien te comen(e) p(er)sisteren(de) in/ zijne(n) voirnemen(e) en(de) concluderende ter (contra)rien/ dat hij los en(de) vrij soude gewesen word(en)/ vand(en) eysch des voirs(creven) jans peysmans/ begheeren(de) in beid(en) sijden recht ende/ terminatie en(de) den raide aensprake ende/ verantwoirden gehoirt hebben(de) en(de) den
//
thoen ov(er)sien en(de) op al rijpelijck geledt/ hebben(de) soe t(er)mineerde de(n) selve(n) dat jouffr(ouw)[e]/ odilie voirs(creven) sculdich sal sijn ja(n)ne(n) peysman/ te voldoene de somme van acht rinsgulden(en)/ nae dat de waerheyt gedrag(en) heeft Act(um)/ in (con)silio opidi cor(am) oliviers s(u)b(stitu)[to] (et) caverson/ burg(imagistr)[o] berghe roelofs boshore(n) costere zoete(n)/ mulle et aliis de (con)silio octobr(is) xiii
Nagekeken door: Walter Winnelinckx
Moderator: Walter Winnelinckx
Laatste update:: 2019-05-08 door kristiaan magnus