Item lenaert van liedekercke en(de) jouffr(ouw)[e] / magdaleen(en) van gael zijn huijsv(rouw)[e] hebben in / tegenwoerdich(eijt) der scepen(en) van loven(en) naebescr(even) hen / bekent volcomel(ijck) v(er)vuecht en(de) bet(ael)[t] te zijn(e) / van alle die p(ar)tien hoedanich die zijn begrepen / inden v(oir)s(creven) vonnisse van xii octobr(is) anno / xv[c] lxvi gewesen tusschen den zelven lenaerd(en) / ter eenre en(de) m(eeste)[r] franch(ois) van blenckvliet ter / andere Schelden(de) den v(oir)s(creven) m(eeste)[r] franch(ois) van / blenckvliet en(de) den sterffhuijse van m(eeste)[r] / franch(ois) van gael en(de) elcken van hen en(de) / voirts alle andere en(de) een(en) iegel(ijcken) die metten / selven vonnisse eensdeels beswaert zoude / mogen zijn mits den transp(or)te ind(en) voirs(creven) / drije p(ar)tien van renten en(de) andere reden(en) / hen daer toe moveren(de) respec van(den) v(oir)s(creven) p(ar)tien / inden v(oir)s(creven) vonnisse begrepen en(de) den heijssch / oft heijsschen zoe bijden v(oir)s(creven) executeurs / als bijden v(oir)s(creven) lenaerden respective gedaen / met goede voergaen(de) deliberatie volcomel(ijck) / quijte geloven(de) uuijt crachte van(den) zelven / vonnisse noch anderss(in)[ts] ijet te v(er)heijsschen(e) / noch te molesteren(e) noch bijnnen den rechte / noch buijten den rechte sed semp(er) sat(is) contra / quoscumque cor(am) eisd(em)
//