SAL7320, Akte: R°289.1-V°289.1 (58 van 73)
Akte R°289.1-V°289.1
Act
Transcriptie
2014-09-01 door Inge MorisVan h(ere)n roelof nijs prochiaen vand(er) /byest en(de) pete(re)n van kyesekem/Het sijn komen in rechte inde banck voer meye(r) en(de) scepen(en) van loven(en) jan vander /scoenderhagen diemen heedt tybe en(de) merten van rode die ov(er)mids vo(n)nisse van /scepen(en) brieven van loven(en) beleidt sijn tot den goeden jans van glymez in deen /side h(er) roelof nijs p(ro)chiaen der kerken van sente jacops opte byest en(de) peter van /kyesekem die beleidt sijn tot den goeden jans wilen van thuyne(n) in dande(re) daer /de voirs(creven) jan en(de) merten seggen deden dat gheerd wilen van glymez des voirs(creven) /jans brueder op tijt voerleden te gade(r) met h(ere)n roelof en(de) pete(re)n voirs(creven) beleidt /hadde geweest tot den goeden des selfs jans van thuynen de welke gheerd /aflivich we(re) worden en(de) sijn gedeelte daer af wae(re) bleven opte(n) voirs(creven) janne /tot dies goede dat sij geleidt wae(re)n alsoe hoepten sij dat sij met hoe(re)n beleide /staen souden inde stat des voirs(creven) gheerts vanden goeden jans van thuynen /voirs(creven) hoepten en(de) meyndden dat hen dat werden soude want tande(re)n tiden /als h(er) roelof en(de) peter in rechte gestaen hadden mette(n) voirs(creven) beleide jegen lode /wiken van schore en(de) willem(me) van ryemen die beleidt wae(re)n tot den goeden /der weduwen des voirs(creven) wilen jans van thuyne(n) sij met hen in rechte geweest /hadden en(de) dat tvo(n)nisse alsoe wel ghinc met hen alse met h(ere)n roelof ende /pete(re)n voirs(creven) op dwelke h(er) roelof en(de) peter voirs(creven) hen verantwerdde(n) seggen(de) /dat sij geleidt wae(re)n nae onss gened(ichs) he(re)n heerlicheit van brabant en(de) nae /sijnre stat recht van loven(en) tot den goeden jans van thuyne(n) voirs(creven) daer /inne dat mense also sij hoepten sculdich we(re) te houden en(de) das en kenden /sij den voirs(creven) janne vander scoenderhagen en(de) m(er)ten gheen recht inne /daer op dat de scepen(en) gemaent vanden meye(r) seiden met vo(n)nisse wairt /sij verstonden dat daer een ouder beleid wae(re) dat sij beg(er)den dat dat voer /oeghen comen soude en(de) dae(re)n teynden recht daer nae op ande(re)n dach /van rechte quamen de voirs(creven) jan vander scoenderhagen en(de) m(er)ten inde banck /voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) voirs(creven) jegewordich staende h(ere)n roelof en(de) pete(re)n voirscr(even) /yesschen en(de) versochten van rechts wegen dat hen tvoirs(creven) vo(n)nisse volschien /mochte en(de) dat den ouden beleidbrief voer oghen quame op dwelke /h(ere)n roelof en(de) peter met hoe(re)n voersprake seggen deden dat sij beg(er)den te /comen het wae(re) voe(r) de stat oft het we(re) voer meye(r) en(de) scepen(en) en(de) tond(er)wisen /waer dat dbeleid gevaren ware daer op worde(n) de scepen(en) gemaent /en(de) sij seiden dat sij bleven bij alsulken vonnisse als sij voe(r) gewijst hadden /doen deden h(er) roelof en(de) peter voirs(creven) voert seggen dat viel dat de voirs(creven) /gheerd van glymez op tijt voerleden met hen geleidt was tot den /goeden
des voirs(creven) jans van thuynen alse de ghene die hi alle drie sijn
//
testamentorders hadde gemaect o(m)me sinen utersten wille en(de) beg(er)te te volvullen /Ende alse de voirs(creven) gheerd sieck w(er)t en(de) [in] sinen siecbedde lach so souden sij tot sinen /huys om den voirs(creven) beleidbrief en(de) schoutbrief den welken hi hen sant met /mychielken van potsuynsb(er)ge en(de) alse de voirs(creven) gheerd aflivich was worden /deden sij den voirs(creven) beleidbrief te nyeute en(de) deden hen van yerst tot den voirs(creven) /goeden leiden want sij doen testamentorders onder hen beiden wae(re)n dwelc /sij daden om sinen utersten wille te volvue(re)n Seiden oec al waest alsoe dat /de voirs(creven) jan van thuynen den voirs(creven) gheerde tot sinen testamentord(er) over hen /geset hadde so en soude nyemant in sijn stat staen die daer niet toe geset /noch gecoren en wae(re) en(de) dat wae(re) een o(n)mogelic dinck want des voirs(creven) /jans van thuyne(n) meyninge niet en was dat jan vander scoend(er)hagen oft /m(er)ten sijn testamentorder sijn souden mar soe wes jan van thuyne(n) voirscr(even) /den voirs(creven) gheerde gemaect mochte hebben dat wouden sij hem g(er)ne laten /volgen en(de) en wouden hem daer af met hoe(re)n beleide niet vercorte(n) maer /daer af des voirs(creven) jans van thuyne(n) utersten wille g(er)ne volvue(re)n yesschen /en(de) versochten van rechts wegen dat mense hielde in hoe(re)n beleide seggen(de) /datment sculdich we(re) te doene oft datmens hen ten scepen(en) w(er)t keerde /en(de) daets hen een vo(n)nisse de voirs(creven) jan vander scoenderhage(n) en(de) merten /versochten altoes tvo(n)nisse dat voe(r) gewijst was alse dat den ouden beleid/brief voer oghen comen soude Alsoe dat de scepen(en) van loven(en) gemaent /vanden meye(r) op de stucken voirs(creven) hen berieden en(de) beraden weder quamen /beg(er)den aenden meye(r) dat hi vraghen soude janne vander scoenderhaghen /en(de) m(er)ten van rode of sij yet seggen wouden oft verantwerde(n) op tghene /des h(er) roelof en(de) peter hadden doen seggen daer op dat sij antwerden /neen sij en(de) yesschen altoes dat hen tvo(n)nisse werden mochte Alsoe /dat de scepen(en) voert gemaent vanden meyer wijsden voer een vo(n)nisse /datmen den voirs(creven) h(ere)n roelof en(de) pete(re)n van kyesekem houden soude in /hoe(re)n beleide en(de) hadden de voirs(creven) jan vander scoenderhagen merten /van rode of yemant anders van makingen yet te volghen dat mochte(n) /sij doen met den rechte ter stat daer dat behoerde p(rese)ntib(us) egidio /rike lud(ovico) roel(ants) joh(ann)e de huffle joh(ann)e de ponte et hen(ri)[co] vroede m(ar)tii ix /a(n)no xxv[o]/
//
testamentorders hadde gemaect o(m)me sinen utersten wille en(de) beg(er)te te volvullen /Ende alse de voirs(creven) gheerd sieck w(er)t en(de) [in] sinen siecbedde lach so souden sij tot sinen /huys om den voirs(creven) beleidbrief en(de) schoutbrief den welken hi hen sant met /mychielken van potsuynsb(er)ge en(de) alse de voirs(creven) gheerd aflivich was worden /deden sij den voirs(creven) beleidbrief te nyeute en(de) deden hen van yerst tot den voirs(creven) /goeden leiden want sij doen testamentorders onder hen beiden wae(re)n dwelc /sij daden om sinen utersten wille te volvue(re)n Seiden oec al waest alsoe dat /de voirs(creven) jan van thuynen den voirs(creven) gheerde tot sinen testamentord(er) over hen /geset hadde so en soude nyemant in sijn stat staen die daer niet toe geset /noch gecoren en wae(re) en(de) dat wae(re) een o(n)mogelic dinck want des voirs(creven) /jans van thuyne(n) meyninge niet en was dat jan vander scoend(er)hagen oft /m(er)ten sijn testamentorder sijn souden mar soe wes jan van thuyne(n) voirscr(even) /den voirs(creven) gheerde gemaect mochte hebben dat wouden sij hem g(er)ne laten /volgen en(de) en wouden hem daer af met hoe(re)n beleide niet vercorte(n) maer /daer af des voirs(creven) jans van thuyne(n) utersten wille g(er)ne volvue(re)n yesschen /en(de) versochten van rechts wegen dat mense hielde in hoe(re)n beleide seggen(de) /datment sculdich we(re) te doene oft datmens hen ten scepen(en) w(er)t keerde /en(de) daets hen een vo(n)nisse de voirs(creven) jan vander scoenderhage(n) en(de) merten /versochten altoes tvo(n)nisse dat voe(r) gewijst was alse dat den ouden beleid/brief voer oghen comen soude Alsoe dat de scepen(en) van loven(en) gemaent /vanden meye(r) op de stucken voirs(creven) hen berieden en(de) beraden weder quamen /beg(er)den aenden meye(r) dat hi vraghen soude janne vander scoenderhaghen /en(de) m(er)ten van rode of sij yet seggen wouden oft verantwerde(n) op tghene /des h(er) roelof en(de) peter hadden doen seggen daer op dat sij antwerden /neen sij en(de) yesschen altoes dat hen tvo(n)nisse werden mochte Alsoe /dat de scepen(en) voert gemaent vanden meyer wijsden voer een vo(n)nisse /datmen den voirs(creven) h(ere)n roelof en(de) pete(re)n van kyesekem houden soude in /hoe(re)n beleide en(de) hadden de voirs(creven) jan vander scoenderhagen merten /van rode of yemant anders van makingen yet te volghen dat mochte(n) /sij doen met den rechte ter stat daer dat behoerde p(rese)ntib(us) egidio /rike lud(ovico) roel(ants) joh(ann)e de huffle joh(ann)e de ponte et hen(ri)[co] vroede m(ar)tii ix /a(n)no xxv[o]/
Nagekeken door: Inge Moris , Dieter Peeters
Moderator: Dieter Peeters
Laatste update:: 2012-12-14 door Sabrina Keyaerts