It(em) na dat den stoot vanden gescille wesende tusscen janne vand(er) motte(n)/ uut tielt in deen zijde en(de) goerde vander straten nu t(er) tijt wonen(de)/ te roede in dande(re) alse van v mudde(n) rox lijfpensen te(n) live des/ voirs(creven) jans die welke jan wilen cluwen cochte jegen bouduijn/ van glymez met meer ande(re) borgen in welker lijftocht de/ selve jan cluwe(n) zijn heffen hadde gelijc dat inden scepen(en)/ brieven van loven d(aer) op gemaect die de voirs(creven) goert met/ rechte in sijnre macht heeft volcomelijker es begrepen voir/ den rade vand(er) stad openbairlic gethoent es geweest met alle/ tghene des elker p(ar)tien gelieft te allige(re)n soe heeft de/ raet vander stat get(er)mineert dat de voirs(creven) goert vander/ straten vercrigen sal ende coepen v gulden rijders lijfpensen/ ten live des voirs(creven) jans vand(er) motten en(de) des selfs goerts/ ende des lesten van hen beiden levende op behoerlijke/ borchtocht oft onderpant dair af de brieve selen werden/ geleeght in handen vander stat welke lijftocht staen sal/ om bekeert te werden gelijc hier nae volght Te wete(n)/ dat de voirs(creven) jan vander motten zijne(n) leefdach die lang/ die geheel jairlix sal heffen en(de) opboe(re)n ende oft hij/ wettich oer hadde soe sal de selve lijftocht afgequijt worden/ eve(n) verre trecht sal vermoegen en(de) den selven oeren toe/ behoeren mair oft de voirs(creven) jan sonder wettege geboerte/ storve en(de) de voirs(creven) goert hem overleefde soe selen de/ selve v rijders lijftochten den selven goerde volgen ende/ toebehoe(re)n ende mids desen selen den selve(n) goerde volgen/ de voirs(creven) v mudde(n) rox lijftochten Actu(m) in pleno consilio/ m(ar)tii xii a(nn)[o] xlii/