SAL7341, Akte: R°286.1 (329 van 494)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°286.1  
Act
TaalNederlands

Transcriptie

2014-09-04 door Willy Van Bruystegem
Van b(er)thelmeus coudehove(n)/
Alsoe als tande(re)n tijden overdragen es geweest inde(n) raede vander stat/
dat de guedinge d(aer) mede merten de wijnter en(de) gelden scoerwegge/
come(n) zijn tot den goeden bertelmeeus coudenhove(n) blive(n) soude onder/
de stat tot nade doot des voirs(creven) b(er)telmeeus te dien eynde dat de/
voirs(creven) m(er)ten en(de) gelden die goeden als dan souden hebben bij alsoe dat/
de voirs(creven) b(er)telmeeus ten huyse des voirs(creven) m(er)tens gehouden soude worde(n)/
ten laste vande(n) selve(n) merten(e) en(de) gelden(e) gelijc en(de) de rait vander/
stat nu bevonden heeft dat de voirs(creven) m(er)ten en(de) gelden alsoe v(er)ermt/
zijn en(de) mydts quaden regemente des hoe(r)s quijtgeworden alsoe/
dat sij den voirs(creven) b(er)telmeeuse acht(er)volgen(de) der voirs(creven) t(er)minacie(n) niet/
gehouden en co(n)nen maer heeft hij een wijle tijts gegaen ten groete(n)/
gebreke mydts den welcken overdrage(n) is inden raide vand(er)/
stat dat de voirs(creven) guedinghe tot eweghen daghen sal blive(n)/
in handen vand(er) stat en(de) dat de voirs(creven) twee p(er)sone hen ne(m)m(er)meer/
d(aer) mede behulpen en selen mogen maer dat de voirs(creven)/
b(er)telmeeus gelijc oft die guedinge niet gesciet en wae(re) met/
zijne(n) goeden die hij hadde o(n)vercocht en(de) ongegoedt wae(re)n den/
xxvii[sten] dach van meye int jaer xiiii[c] xliiii alse de voirs(creven)/
yerste t(er)mijnacie gemaect wert zijn p(ro)ffijt sal mogen doen die/
laten geve(n) oft v(er)copen wyen hem gelieft hem zijn noetorste d(aer) af/
te hebben(e) En(de) oft yemant vande(n) selve(n) goeden gecregen hadde/
voe(r) den voirs(creven) tijt int jaer van xliiii en(de) d(aer) af guedinge ontfange(n)/
vande(n) voirs(creven) m(er)ten(e) en(de) gelden(e) dat die stat grypen sullen en(de) dat de/
voirs(creven) guedinge in dien leven(de) sal blive(n) En(de) van dat de voirs(creven) m(er)ten/
en(de) gelden gehave(n) mogen hebben vande(n) goeden des voirs(creven) b(er)telmeeus en(de)/
dat niet bekeert van te sijne(n) p(ro)ffijte en(de) lossinge van sijne(n) goeden/
dat de selve b(er)telmeeus van dien sal staen op zijn beloep van/
vervolghe En(de) want de voirs(creven) m(er)ten en(de) gelden hebben gekent/
dat sij vormaels hebben gegoedt [verwisselt jegen] janne arnt in xii molevate/
rox erfspachts vanden goeden [des] voirs(creven) b(er)telmeeus d(aer) af de voirs(creven) jan/
guedinghe heeft jeghen dwelc de selve jan arnt sculdich is/
vestich(eit) te doene van eene(n) halve(n) mudde erflijc op beemden te/
werde gelegen d(aer) af de guedinge noch open steet Soe sal de/
selve guedinge gedaen worden den voirs(creven) b(er)telmeeuse oft ande(re)n/
die hem gelieve(n) sal Act(um) in ple(n)[o] con(sili)[o] m(ar)tii iii[a] a(nn)[o] xlvi[o]/
Nagekeken doorInge Moris
ModeratorInge Moris
Laatste update:: 2014-09-05 door Inge Moris