Tvo(n)nisse tussce(n) joese lachman alse man en(de) mo(m)boir zijns wijfs/ wed(uwe) goessens wile(n) vande(r) zande in deen zijde en(de) laureyse/ de becke(re) sone arts wile(n) de becke(re) in dandere alse vander/ bewijssenissen oft afquitinge(n) metgad(er)s de(n) v(er)loepen(en) pachte(n) va(n)/ twee m(ud)[de] core(n)s lijfpensien [tjaers] die de voirs(creven) ard wilen de becke(re)/ met meer andere(n) int jair va(n) xxxiii xxiii dage in dec(ember)/ bekint hadde(n) cleme(n)cie(n) die wijf was jans wijlen van dyeven/ dair af de voirs(creven) goessen de(n) brief te(r) selven rechte ov(er)hadde vande(n)/ welke(n) de voirs(creven) joes meynde dat de voirs(creven) laureys he(m) cuele(n)/ soude om deswille dat hij de goede na zijne(n) vad(er) en(de) moed(er)/ gebleve(n) als recht oir en(de) erfgename hadde gebloot aenveert/ en(de) met zijne(n) andere(n) zuste(re)n en(de) bruede(re)n gedeilt also hij boot/ te bewisen Dair jege(n) de selve laureys ond(er) de(n) andere(n)/ dede segge(n) dat de goede na zijne(n) vad(er) gebleve(n) aenveerdt/ ware(n) met beleyde va(n) scepen(en) br(ieven) va(n) loeven(en) in de(n) name/ va(n) he(re)n wencelijn ts(er)claes ridde(r) p(rese)nterende dat te bewise(n)/ Op welke questie na dat de voirs(creven) joes met goede(n) ma(n)ne(n)/ en(de) scepen(en) daenverde(n) en(de) de deylinge vand(er) voirs(creven) have(n)/ also hij bijgeleecht hadde gethoent hadde is gewijst/ met desen woerden dat de voirs(creven) laureys gehouden zijn sal/ de(n) voirs(creven) joese zijn voirs(creven) scepen(en) br(ieven) te voldoene van also/ v(er)re hij dair af in gebreke is p(rese)nt(ibus) o(mn)ib(us) de(m)pto smacht/ maii xxix