It(em) alsoe de goede liede va(n) meerhoudt in deen zijde wille(m) va(n)/ deurne en(de) joerijs vande(n) rode meye(r) te meerhoudt va(n) wegen/ der edelen en(de) mogende jonch(er)s van diest [in dande(re)] comen zijn voe(r) de/ stad Aldair de voers(creven) va(n) meerhoudt opdede(n) dat zij voertijde(n)/ den voers(creven) jonch(er) tsijnre incompst geconsenteert hadden/ drie hondert clinckarts te betalen(e) op conditie dat de selve/ va(n) meerhoudt blive(n) soude(n) en(de) gehoude(n) werden in div(er)se/ pointen van vrijdicheiden gelijc zij geweest hadde(n) bij wijle(n)/ he(re)n thomaese en(de) ande(re)n he(re)n van diest zijne(n) voerseten/ In cont(ra)rien vande(n) welcke(n) zij gemoyet worde(n) tot diest/ va(n) tolle ende den ontfange oft ophoude(n) va(n) leene versueken/ dat hen dat toeseggen ond(er)houden worde oft dat zij vand(er)/ selv(er) beden worden ongelast Daer jegen de voers(creven) meyers/ antworden des hen mocht duncken dienen(de) tott(er) zake(n) Es/ ten uut(er)sten bij tussche(n) spreken tussche(n) de voers(creven) p(ar)tien/ geappointeert dat de voers(creven) va(n) meerhoudt de voers(creven) so(m)me/ vand(er) incompst sullen v(er)nuegen en(de) midts dien hebben geloeft/ beyde de voirs(creven) meyers ongesundert inne te stane va(n) dat/ den voers(creven) va(n) meerhoudt ond(er)houde(n) sulle(n) worde(n) alle de/ pointen hen bijde(n) voers(creven) jonch(er) van diest ten tijde vande(n)/ consente der voers(creven) bede toegeseeght Actu(m) in pleno co(n)silio/ p(rese)nt(ibus) cock kers(makere) couckeroul burg(imagistris) febr(uarii) ulti(m)a