SAL7356, Akte: R°214.2 (412 van 455)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°214.2  
Act
Datum: 1463-05-09

Transcriptie

2018-09-28 door myriam bols
Item goessen uuten lyeminghen scrijnmake(r) heeft gekint en(de) gelijdt/
dat van alsulken onderhalf hondert mudden corens lovensche als/
hij geleeght heeft corttelinghe op ii solders inden ham die hij/
gehuert heeft tegen [eenen] geheten goessen legwercke(re) en(de) op eenen solde(r)/
inde percstrate die hij gehuert heeft teghen m(ar)grieten dewasschersse/
he(re)n janne cornet priester en(de) m(ar)grieten van cuggelberghe toebehoe(re)n/
de tweedeele en(de) hem niet meer dan tderdel Want de selve/
her jan en(de) m(ar)griete tghelt vanden incope vanden vors(creven) twee/
deele vernueght en(de) betaelt hebben ende zoe wes baten oft/
proffit vanden selven i(½)[c] mudden corens [bove(n) de principael pe(n)ningen] comen sal want sijse/
gelikerhant sliten en(de) uuten(en) sullen die wy(n)ninghe sullen zij vande(n)/
geheelen coren(en) voirs(creven) gelijc trecken Mair wes laste van crympsel/
oft and(er)s d(air) af comen mochte oft verlies dat god versie dair/
af sal de voirs(creven) her jan en(de) m(ar)gr(iete) dragen de tweedeele en(de) de vors(creven)/
goessen tderdel behoudelic dat de vors(creven) her jan cornet zijnen/
leefdach lanc zijnen wille meerde(re)n en(de) mynde(re)n hebben sal inde/
vors(creven) tweedeele en(de) proffiten d(air) afcomen(de) En(de) oft de selve her/
jan afflivich worde eert tselve geuutent sal sijn sullen bloetlijc/
de tweedeele vand(en) vors(creven) coren(en) metten proffiten opde manie(re) [vors(creven)] volgen/
d(er) vors(creven) m(ar)grieten roel(ofs) cock(eroul) maii ix
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2016-04-26 door Jos Jonckheer