Item rombout van battele de jonghe woenen(de) te mechelen [renu(n)c(ians) p(ri)vileg(ii)] in p(rese)ncia/ heeft gelooft katlijne weduwe jans wilen de riddere jouffr(ouwe) ka(tlij)[ne(n)] ende/ machtelden hue(re)n wettige dochte(re)n en(de) hue(re)n erfgenamen dat ter stont/ na zijn doot hen te weten(e) der moeder oft zij dan leeft en(de) den vors(creven)/ dochte(re)n na hue(re) en(de) hue(re)n oren bynnen der stat van loven(en) leve(re)n/ sal de porceelen van vliegen(de) erve en(de) juweelen die hier na/ volgen dair hij zijn sliten zijn leefdage [aen] heeft om dat hem die/ met vonnissen des officiaels van luydic [aengewijst zijn] Inden yersten een/ bedde met pluymen van drie ellen wegen(de) hondert vijfen(de)/ vertich pont Item een gelijc bedde van twee en(de) eene/ halve elle wegen(de) negentich l(i)b(ra) Item een gelijc bedde va(n)/ twee ellen wegen(de) sevenen(de)tsestich l(i)b(ra) Item drie volmaecte/cussen(en) koetsen tot elc vanden vors(creven) bedden eene van scrijnhoute
//
geboucheert Item eene roode sargie totten yersten bedde dienende/ metter wapen(en) der moeder vors(creven) Item op tweeste bedde eenen/ gelasanden tappijt dair toe dienen(de) Item eene scrijnhouten scrive/ geboescheert Item eene dossijne rooder cussen(en) metter vors(creven) moed(er)/ wapen(en) Item eene dossijne gemynder cussen(en) gelasant wegen(de) vier/ en(de) vijftich pont Item twee scrijnhouten voirsijdelen ongekist Item/ een tritsoir gesloot Item twee roode sitteclede(re) op de vors(creven) ii/ sidelen dienen(de) metter wapen(en) als voir Item een lampet en(de)/ een waterbecken wegen(de) beide tsamen vijf pont een half/ vierdel myn Item sesse eren potte wegen(de) metten heysen/ tsamen sesendertich pont en(de) een half Item vier ee(re)n ketelen/ wegen(de) metten heysen elf pont Item vier ee(re)n pannen mette(n)/ yseren wegende tsamen neghen pont Item een half dossijne/ oircussen(en) wegen(de) vierentwintich pont i vierendeel Aen/ welke bedden en(de) hoetpoluwen en(de) elke van hen de vors(creven) moed(er)/ als nu tot eenen licteken om die te bat bekint te worden/ heeft doen slaen twee loote Dair inne geprint staen een/ sculpe en(de) de marck d(aer) der selv(er) moeder [d(aer) hair] tynne werc/ met getekent is Ende hebben vort gelooft de vors(creven)/

drie p(er)sone indivisim oft e(n)nich van hen aflivich worde eer/

de vors(creven) leveringhe wae(re) gedaen dat dan de levende/

van hen eene(n) anden Inde sunt fideiussores adrianus petri de/ coudenberge et egidius lemmens omnes renu(n)ian(tes) p(ri)vilegiis univ(er)s(itatis)/ studii lov(aniensis) inq(ui)tu(r) intitulati sint Hebben vort gelooft de vors(creven) drie/ p(er)sone te weten(e) de vors(creven) rombout adriaen en(de) gielis ongesund(er)t/ oft e(n)nich van hen aflivich wordde eer de vors(creven) leveringe wae(re)/ gedaen dat dan de levende van hen eene(n) ande(re)n [geliken borge] te weten(e)/ de vors(creven) rombout eene(n) te werchte(re) oft te mechelen loven(en)/ woenen(de) [inde stat vanden aflivigen] sullen setten en(de) voir scepen(en) van loven(en) doen v(er)borgen/ Et p(ri)m(us) promisit p(re)d(i)c(t)os fideiussores de p(er)missio(nes) o(mn)ib(us) et singulis/ indempnes (con)s(er)vare kers(makere) willem(air) febr(uarii) penultima