SAL7360, Akte: V°160.2 (347 van 660)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°160.2  
Act
Datum: 1467-01-31

Transcriptie

2019-01-28 door myriam bols
It(em) jan fyen die jaerlijcx sculdich is jacoppe van ravescote twee/
rijders den pe(n)ning xviii met scepen(en) brieve(n) va(n) loeven(en) d(air)/
af gemaect oct(obris) xxvi a(nn)[o] l[o] geeft gelooft renu(n)c(ians) dat hij/
ten naesten tide als de voirs(creven) twee rijd(er)s vallen selen hem/
alsoe starck malen selen sal dat hijse na inhouden sbriefs/
aflegge(n) en(de) zijn borghen dair voe(r) gestelt lossen sal Et t(antu)m/
inde est fideiussor joh(ann)es ruelens dictus moldere censitor e[(ius)]d(em)/
joh(ann)is (con)mor(ans) apud leefdale in curia eiusd(em) joh(ann)is Et p(ri)mus/
nausnyde(re) hoeve(n) januar(ii) ult(ima)
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2016-06-15 door Xavier Delacourt