Item henricus boelart in p(resen)cia heeft gekint en(de) gelijdt/ gehaven te hebben en(de) ontfangen van ja(m)mair de reynier/ woenen(de) te ha(m)me die so(m)me van dertich cronen te tsestich pl(a)c(ken) tstuc/ die hem vielen deen helicht te kersmisse en(de) dander helicht tsint jans/ misse beide lestled(en) uut saken vand(er) pechting(en) vand(en) hove andries/ thomas na(tur)lix geleg(en) te ha(m)me dat de vors(creven) ja(m)mair genomen heeft/ jegen den vors(creven) henricke als gelijc geleid tot den goeden des voirs(creven)/ andries met scepen(en) brieve(n) van loven(en) vand(er) daeten xiiii[c] lxi/ xviii in aug(us)[ti] Kynnen(de) hem d(air) af v(er)nuecht en(de) wael betaelt/ scelden(de) den vors(creven) wynne d(air) af als vand(en) voirs(creven) ii t(er)mijne(n) en(de)/ van allen voirleden(en) t(er)mijne(n) volcomelic quite promitt(ens) null(atenus)/ alloqui berthe(m) most julii iiii[ta]