It(em) de voirs(creven) jan pynnoc heeft gekint en(de) gelijdt gehadt ge/ have(n) en(de) ontfangen te hebbe(n) uut hande(n) des voirs(reven) meester felix/ den scepen(en) brief van loeven(en) vande(n) xxx rijd(er)s lijftochte(n) die/ stonden ten live h(er) mych(iels) abs(oloens) ridd(er)s ende adriaens de hont/ zijns natuerlijcx soens sprekende op alle de p(er)sone voirs(creven)/ dair inne de voirs(creven) meester felix zijn heffen ende disposicie/ behoude(n) hadde ende heeft gelooft de(n) voirs(creven) meester felix/ dair af inne te stane jege(n) eene(n) yegeliken goet en(de) gerecht/ warand te zijn en(de) te blive(n) tot ewige(n) dage(n) eisd(em)