Item den dach van rechte die op heden diende inde banc voir meye(r)/ en(de) scepen(en) van loven(en) tusschen vrancken willem(air) en(de) janne bertels/ ter eend(er) zijden der weduwen jans wilen de joode en(de) hue(re)n wettige(n)/ kynde(re)n die zij heeft vand(en) selven wilen janne ter ande(re) es bijden/ vors(creven) vrancken en(de) pete(re)n de joode sone d(er) vors(creven) weduwen v(er)stelt en(de)/ uutgesedt totten yersten dinchdach die zijn sal na onser liever/ vruwen lichtmesse naestc(omende) om dien als dan te dienen in alle/ d(er) manie(re)n als hij op heden gedient soude hebben opp(endorp) abs(oloens) dec(embris) xv