SAL7364, Akte: V°183.1-V°184.1 (351 van 581)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°183.1-V°184.1  
Act
Datum: 1471-01-19

Transcriptie

2018-02-03 door kristiaan magnus
Item peter schermer woenen(de) te bruessele in deen zijde jan crappet marie sijn/
wijf wed(uwe) jans wijlen brocteal merten brocteal sone des vors(creven) wijle(n) jans/
en(de) marien jehan le saige zwag(er) des vors(creven) mertens jan henneken ende/
jehanne oec wetteghe kynde(re) des vors(creven) jans wilen brocteal ter ande(re)/
Te wete(n) de vors(creven) jan henneken en(de) jehanne uut(er) vors(creven) marien hue(re)r/
moeder brode met (con)sente des vors(creven) jans crappet huers mans gedaen/
Sijn met malcande(re)n eenswordden en(de) overcome(n) der pointe(n) hier nae/
v(er)claert die zij deen den ande(re)n gelooft hebben voir hen hue(re)n erven/
en(de) nacomeling(en) volcomelic tonderhouden en(de) tacht(er)volgen Ierst zijn/
zij overcomen dat alsulke(n) guedinghe als de vors(creven) peter schermer/
ontfinc voir meye(r) en(de) scepen(en) van loven(en) uute(n) beleide van scepen(en)/
brieve(n) van loven(en) ulti(m)a julii anno lx van xv mudde(n) cor(ens) d(er) mate(n)/
van breyne erflic die toussain wilen polet hadde en(de) erflic heffen(de)/
was opde goede van charmolijn den vors(creven) pete(re)n schermer toebe/
hoiren(de) van machte en(de) weerden blive(n) sal It(em) alse vande(n) landen/
geleg(en) inde p(ro)chien van braken eygen en(de) van plancenoet die/
houden ind(er) maten tusscen xxii en(de) xxiiii boende(r) en(de) die toetebehoe(re)n/
plagen den vors(creven) toussaine wilen polet en(de) hem in hijlijker vorweerd(en)/
wae(re)n gegeven met mabilien le febure sijne(n) wive Es ghevorweert/
dat die van nu voirtane volghen selen den vors(creven) wettig(en) kinde(re)n/
des vors(creven) wilen jans brocteal en(de) de vors(creven) peter sal den selven kinde(re)n/
van zijnen rechte dat hij heeft oft hebben mach in de goede voirs(creven)/
guedinghe doen voer hof en(de) hee(r) d(aer)men de selve goede afhouden(de)/
es opden co(m)mer dair uutgane(de) en(de) op alsulken vier mudde(n) cor(ens) als/
de vors(creven) wilen jan brocteal dair aen en(de) aen meer ande(r) goede gecreech/
die voirtaen gehave(n) selen wordde(n) vand(en) ghene(n) die die na recht/
sculdich sijn te heffen en(de) selen die vors(creven) erfgename(n) des vors(creven) wilen/
jans brocteal ontlaste(n) en(de) sculdich zijn tontlaste(n) alle ande(r) goede/
die voir de selve iiii mudde(n) corens verpant moige(n) sijn staen It(em)/
want de vors(creven) peter den vors(creven) zijne(n) p(ar)tien noch sculd(ich) es uut saken/
vand(en) coepe vand(en) vors(creven) xv mudde(n) cor(ens) hondert pet(er)s te xix st(uvers) tstuc/
en(de) de helicht van iiii(½) mudden cor(ens) der mate(n) van breyne eens Soe
//
es vorweerde dat hij hen die opleggen en(de) betalen sal dair tege(n) hem/
tafslaghe ende ter corting(en) sal comen de comenscap die hij tegen hen/
vanden vor(creven) landen gedaen heeft ter substancien dat zij hebben selen/
van hem elc vand(en) vors(creven) boende(re)n lants voer twee en(de) een half ziste(re)n/
corens zoe verre het strect en(de) daer aen salme(n) int geheele cortten/
ende afslaen die voirs(creven) iiii mudde(n) cor(ens) tsjairs en(de) alle ande(r) co(m)mere/
die d(aer) uut gaen Ende tsurplus dan dair overende elc boend(er) te ii(½)/
zister gerekent en(de) elc mudde der maten van breyne te xviii peters/
te xix stuv(er)s tstuc ge(re)kent dat sal den vors(creven) pete(re)n ter corting(en) come(n)/
en(de) tafslage aende vors(creven) hondert pet(er)s te xix st(uvers) tstuc en(de) aende helicht/
vand(en) vors(creven) iiii(½) mudd(en) cor(ens) ende des dan d(aer)enboven van reste dier/
so(m)men de vors(creven) peter sijnder vors(creven) p(ar)tien sculdich blijft sal hij hen/
opleggen in gereeden pe(n)ning(en) oft hue(re)n moet hebben Item hier/
mede selen versmelten alle acht(er)stelle die de vors(creven) brocteal oft jan/
crappet den vors(creven) pet(ere)n soude(n) moige(n) eyssce(n) It(em) alle gevallen(en) p(ro)fite(n)/
vand(en) vors(creven) lande voir sint andriesmisse en(de) kersmisse beide lestleden/
selen volgen den vors(creven) pete(re)n Des sal hij oic afdoen en(de) dragen alle/
co(m)me(re)n voere die twee t(er)mijne vors(creven) opde voirg(eruerde) goede v(er)schene(n)/
dan alleene vand(en) vors(creven) vier mudde(n) cor(ens) d(aer) af hij nyet gelast zijn/
en sal ende alle p(ro)fite(n) vand(en) vors(creven) landen verschene(n) tsint andries/
misse en(de) te kersmisse beyde lestled(en) selen volgen den vors(creven) brocteal des/
zulle(n) zij oic dragen den last der vors(creven) twee t(er)mijne(n) laest voirs(creven)/
alsoe wel vand(en) vier mudde(n) cor(ens) vors(creven) als anders Item wes/
pechting(en) de vors(creven) peter vand(en) vors(creven) lande(n) in jairscharen te geven(e)/
gedaen heeft die selen de vors(creven) brocteals sculdich sijn tonderhoude(n)/
alsoe dat de selve peter dair bij nyet gelast en zij al eest dat die/
pechtinge jairlix myn gedraicht dan de vors(creven) nemi(n)ge die zij vand(en)/
vors(creven) pete(re)n hier doen It(em) die coste(n) die om de vestich(eit) vand(en) vorscr(even)/
lande(n) te doene gedaen mote(n) zijn ond(er) die bancke(n) dair die ligge(n) dair/
af sal elc dragen tghene des hij nae recht en(de) gewoente(n) van dier/
banc sculdich es te drage(n) It(em) om dit te volvue(re)n hebben de vors(creven)
//
p(ar)tien in beiden zijde(n) dach genomen te comen(e) op in dijssendaige/
naistcomen(de) voir de gerichten daer dese landen hoven ende dair/
malcande(re)n genoech te doene acht(er)volgen(de) des(er) vorweerden/
elc op eene(n) banduyn van eene(n) nobel tot ons gened(ichs)/
he(re)n behoif cor(am) oppend(orp) lynden januar(ii) xix
Nagekeken doorkristiaan magnus , Chris Picard
ModeratorChris Picard
Laatste update:: 2016-08-16 door Jos Jonckheer