It(em) vanden stoete die is tusschen janne de scepe(re) ter eend(er)/ zijde(n) en(de) ambrosus van mairbeke als man en(de) momboir mariens/ scepers sijns wijfs dochter des voirs(creven) jans ter ande(re) om/ der erfgoede en(de) vliegen(de) erve die de vors(creven) jan besadt en(de)/ vercregen hadde bij lijsbetten vanden meersberghe zijnen/ yersten wijve moeder der voirs(creven) marien hebben hen de/ selve p(ar)tien verbonden en(de) gesubmitteert in seggers ende/ vriendelike effene(re)n Te weten de voirs(creven) jan in lodewijcke/ roelofs en(de) gerarde van baussele en(de) de voirs(creven) ambrosus/ in hugen van udekem en(de) hyllegheerde van holsbeke secr(etarissen)/ die alle informacie [gescriften] en(de) brieve ter eend(er) en(de) ande(r) zijden/ aenhoe(re)n sullen en(de) hue(r) uutsprake doen bynnen xiiii nachte(n)/ naestcomen(de) promitt(entes) rat(um) blanckart opp(endorp) aprilis xiiii