SAL7371, Akte: R°63.2 (128 van 734)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°63.2  
Act
Datum: 1477-09-23

Transcriptie

2018-07-18 door Kristiaan Magnus
It(em) jan vand(er) goffen f(ilius) quo(n)d(am) iacobi vand(er) goffen heeft quijtgescouwen/
tot sheylichsgheest behoef va(n) loeven(en) alsulken coep en(de) come(n)scap als/
hij gedaen heeft tege(n) de momboirs vand(en) selve(n) heylige(n)gheeste vand(en)/
hove en(de) goeden te mille bij doirne gelege(n) bijde(n) selve(n) heylige(n) gheest/
uutgedaecht en(de) heeft gelooft de achterstellige pachte(n) en(de) chijse/
van drie jaren die hij den selve(n) heylig(en)gheeste d(aer)af sculdich is op te legge(n) en(de) te betalen behalve(n) hem d(er) gracien die hij aen de stat/
sal co(n)nen gewerve(n) vand(er) schaden en(de) cleyne gewasse die hij op die/
jare(n) geleden en(de) gehadt heeft en(de) dat hij oic afdoen en(de) betalen/
sal alsulken acht(er)stellen alse tgasthuys te loven(en) daerane heeft/
onbetaelt uutstaen(de) en(de) voer al en(de) elc bezunder es zijn borge/
en(de) heeft gesproke(n) jehan le hardi ewonen(de) te ha(m)me et p(rim)[(us)]/
cor(am) opp(endorp) hanck(ar)t sept(embris) xxiii
Nagekeken door
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2016-10-03 door kristiaan magnus