Item jorijs leeman heeft geloeft jacoppe va(n) meenssele de(n)/ jonge(n) drie rinssche gulden(en) te lx pl(a)c(ken) tstuck den eene(n) d(air)af/ van vridage over acht dage(n) naestcomen(de) en(de) dande(r) twee r(inssche) g(uldenen)/ bynne(n) eender mae(n)t d(air)nae volgen(de) te betalen(e) q(uo)l(ibet) ass(ecutu)[m] Met/ condicien oft hij den eene(n) t(er)mijn liet ov(er)gaen dat dan al/ gevalle(n) sal zijn cor(am) cav(er)chon burg(imagistr)[o] junii iii