Nae dien dat henneken vanden hove knape joes pauwels/ bijden raide vand(er) stadt ontboden heeft gehadt lijsbette(n) weer/ dynne roelofs reymaerts? wonen(de) inde stove inde steenst(ra)te/ geven(de) aldair de selve henneken te kynne(n) hoe dat hij omtri(n)t/ loeven(e) kermisse lestleden ten huyse d(er) voirs(creven) lijsbette(n) ter/ stoven hadde geweest aldair hij als hij hem v(er)tocht v(er)trock/ inde stove en(de) uutgedaen hadde sijn clede(re)n laten(de) [die] opde/ came(re) hem gewesen bijde stoefmairte e(n)nige clede(re)n v(er)loren/ hadde te weten sijne(n) tabbart en(de) wambeys hopen(de) en(de) sustine(re)nde/ want sij loen van hem genome(n) hadde en(de) de voirs(creven) lijsbeth/ oft hue(r) maerte(n) sculd(ich) wa(r)e dier gade te slane en(de) te verware(n)/ dat sij hem die wed(er) leve(re)n soude oft sijne(n) moet d(air)aff hebben/ Dair tegen de voirs(creven) lijsbeth en(de) hue(r) maerte sustine(re)nde de (contra)rie/ hoopte dat sij int verware(n) vanden cleede(re)n niet gehouden/ en was and(er)s dan vanden borssen en(de) rieme(n) bij he(m) d(er) selver/ lijsbette(n) gelevert hue(r) des gedragen(de) totten rechte Dair op/ de voirs(creven) henneken replice(re)nde sustineerde de (contra)rie als bove(n)/ seggen(de) soudt alsoe sijn dat vele liede(n) d(air)inne bedroghen/ souden wordde(n) want de stoefmaerte(n) oft ande(re) souden d(er)/ goed(er) liede cleede(re)n moegen ontvreemde(n) en(de) en souden sij dan/ dair van gheen recompensie hebben oft d(air) voe(r) innestaen/ gemerct dat sij stoveloen ontfaen en(de) alsoe sculdich sijn nae
//
recht der goed(er) lieden goeden te verwaren oft doen verwaren dat/ dat soude sijn onredelijck en(de) buyte(n) reden(en) gefondeert hopen(de) als/ bove(n) dat trecht alsulck niet en wa(r)e Es geappointeert ende/ uutgesproken nae dat de voirs(creven) lijsbeth genoech kinde hue(re)n loen/ ontfaen te hebben(e) en(de) oic dat de voirs(creven) henneken aldair t(er) stove(n)/ hadde geweest dat sij sculdich soude sijn hem sijn v(er)loren cleede(re)n/ wed(er)om te geven(e) oft sijne(n) goeden moedt d(air)aff te hebben In/ consilio opidi septembr(is) xix