Opde questie geport voir den raide vander stadt tusschen/ gheerde gheerens als man ende mo(m)boir marien criecmans zijns/ wijfs ter eenre ende janne drabbe zijnen zwag(er) als man ende/ mo(m)boir katlijnen van hulslair zijns wijfs suster der voirs(creven) marien/ vanden voirbedde ter ande(r) zijden om der gereed(er) goede have ende/ vliegen(de) erve gebleve(n) nae de doot wijlen arnts criecmans ende/ katlijnen vand(en) mu(n)stere zijnen leste wive die moeder was/ vand(en) voirs(creven) marien ende katlijnen de welke de voirs(creven) jan/ drabbe soe de voirs(creven) gheert seyde te hemweert alleene getogen/ hadde sonder hem inden name als voe(r) dairaf deylinge te doene/ oft te laten hebben(e) versueken(de) den selven janne alsoe ond(er)wesen/ oft bedwongen te hebben(e) dat hij hem dairaff deylinge dede/ oft ten mynsten dat hij alle die goede sette in sequestre en(de)/ gewarig(er) hant tot behoef vanden genen dair toe recht hebben(de)/ soe wanneer zij metter mi(n)nen oft met rechte in dien van malcande(re)n/ beslicht wae(re)n te voirde(re) want trecht nu stille stont dairop de/ voirs(creven) jan antwordende seyde hoe dat hij vanden selven goede bij/ testamente zijns zweers versien was ende dat meer was hadde(n)/ zij partien in wed(er)zijde(n) genomen op dese hue(re) gescillen goede mans/ die d(air)op vergadert hadden geweest ende hem op zijnen thoen/ hadden gestelt tot welke(n) dage de voirs(creven) gheert niet gecompar(er)t en was
//
ende alsoe was dese sake onder hen noch blive(n) hangen(de) ombeslicht/ bijde(n) welke(n) principalic gem(er)ct den voirs(creven) testame(n)te de selve jan/ meynde dat de voirs(creven) gheert verdoelt was dair tegen de voirs(creven)/ gheert t(er) contrarien allige(re)nde meynde ende seyde dat hij oic zeke(re)/ testamente(n) voir hem hadde in dien dienen(de) ende opdat de goede/ die insdeels geinve(n)tarieert mochten zijn niet verduystert noch/ ontvreemt en wordde(n) mair totten rechte gebracht soe hoepte hij/ dat hem sijn conclusie voirs(creven) worden soude e(m)mer dat die in/ sequestre en(de) gewarig(er) hant gebracht souden wordden tot behoef/ vanden genen recht dair toe hebben(de) es geappoint(ee)rt ende/ uutgesproken dat de voirs(creven) goede dair questie af es ond(er) behoirlike(n)/ inventar(is) geleet zulle(n) wordde(n) in sequestre tot dat partien d(air)aff/ beslicht zijn mi(n)lijck oft bij rechte in consilio op(idi) febr(uarii) v[ta]
//