SAL7383, Akte: R°52.1-R°53.1 (70 van 716)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°52.1-R°53.1  
Act
Datum: 1489-08-22

Transcriptie

2020-03-10 door Walter De Smet
It(em) arnt vanden broecke ende katlijne boene(n)roets zijn huysvr(ouw)/
woenen(de) inde p(ro)chie van erps in p(rese)ntia hebben genomen ende/
bekint dat zij genomen hebben van janne van daelhem als/
man ende mo(m)boir katlijne(n) van buetsele zijnd(er) werdynnen/
thoff der selv(er) gehuysschen gelegen ter plaetssen geheeten/
te ned(er)bruele inde voirs(creven) p(ro)chie van erps metten huysen hoven/
winnen(de) landen beempden ende eeusselen metten dofhuyse en(de)/
mett(en) poirten ende ande(re)n zijnen toebehoirten In dese(n) uutgesceyde(n)/
een half boend(er) boschs gelege(n) bij hoegeli(n)gen dair inne dat de/
voirs(creven) wynne(n) egheen recht en behouden Te houden(e) te/
hebben ende te winnen van half m(er)te naistcomen(de) eenen/
t(er)mijn van tweelf jae(re)n lanck due(re)nde deen nae dander/
zonder middel v(er)volgen(de) Elcx jairs dae(re)nbinnen om ende voe(r)/
vie(re)ndertich mudden rocx goet ende paiabel met wanne en(de)/
vede(re)n wel bereyt pacht van erps ende mate van loven(e)/
tsinte andriesmesse apostels te betalen(e) ende te loven(e) te leve(re)n den/
[voirs(creven) janne] alle jae(re) den voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde ende telke(n) t(er)mijne als/
v(er)volgde schout Ende noch alle jae(re) om thien pair duyve(n)/
den voirs(creven) janne jairlijcx te betalen(e) opde vorweerden/
ende condicien nae bescreven Inden yersten dat de voirs(creven)/
wynnen jairlicx ten tijden voirs(creven) te loven(e) leve(re)n zullen/
een mudde tarwen een zister erweten ende een zist(er) raepsaets/
der maten voirs(creven) D(air)voe(r) de voirs(creven) jan hen afcorten zal ond(er)half/
mudde rocx der zelver maten met condicien dat de voirs(creven)/
wynne(n) int yerste jair vand(en) voirs(creven) t(er)mijne geven en zullen/
mair halven pacht te weten(e) xiiii mudden rocx mair dies/
zullen de selve wynne(n) gehouden zijn hem te leve(re)n ende/
te betalen(e) een half mudde tarwen een halst(er) erweten/
ende een halster raepsaets voir coren Item zullen de/
voirs(creven) wy(n)nen gehouden zijn te betalen(e) alle den voirs(creven) jairs/
buyten pachten wair hij die sculdich es tot vi(½) mudden/
corens toe Item dat de selve wy(n)nen zullen moete(n) betale(n)/
den buyten pacht vanden buyten landen gelijck des/
voirs(creven) jans en(de) insgelijcx wynnen ende werven tot x oft/
xi boende(re)n toe Item dat de selve wynne(n) wa(n)neer den/
t(er)mijn van dese(n) buyten lande(n) uuytgaet sculdich zulle(n)/
zijn den voirs(creven) janne te cu(n)digen ende dat met raide/
van hem sculdich zijn wed(er) inne te nemen tot zijns/

//
hoefs behoef ende and(er)s niet It(em) dat de voirs(creven) wynne(n) oft de/
hue(r) egheen vande(n) buyte(n) landen en zulle(n) moegen nemen voir/
hen oft yema(n)de anders zonder weten(en) ende consente des voirs(creven) jans/
alsoe dat allet buyten lant altijt zal moeten int voirs(creven) hof bliven/
It(em) zullen de voirs(creven) wynnen de eeusselen vanden voirs(creven) goede(n) wel en(de)/
loffelijck bevreden ende beheyme(n) ende die beheymt ende bevreet/
laten gelijc zij die bevi(n)den tot hue(re)n aencomen(en) D(air)toe de voirs(creven) wynne(n)/
den lueck aende willigen neme(n) zulle(n) t(er) mynst(er) scaden alsoe v(er)re/
die dair zijn ende aen truncken vanden eycke(n) alsoe v(er)re alst houmes/
gegaen heeft It(em) zulle(n) de voirs(creven) wynne(n) allet mest dat zij inde/
voirs(creven) goede(n) gemaect zulle(n) hebbe(n) te half mey opt leste jair opt/
lant gevuert hebbe(n) tslants meeste(n) p(ro)fijte It(em) zulle(n) de wynne(n) den/
voirs(creven) janne jairlijcx leve(re)n vanden stroe(s) comen(de) vand(en) voirs(creven) goede(n)/
viertich ma(n)delen walms goet ende cusbair om de huysingen d(air)mede/
te decken(e) ende alsmen dien dair verdect zoe zulle(n) zij de(n) werclude(n)/
den montcost geven ende jan de dachue(re)n betale(n) It(em) allet oeft/
opde goede wassende zullen de voirs(creven) jan ende wynnen deylen/
half ende half ende jans helicht zulle(n) de wynne(n) op hue(re)n cost/
hem te loven(e) leve(re)n ende die huysingen vanden voirs(creven) hove/
zullen de voirs(creven) wynne(n) houden vand(en) underste(n) rijckele(n) ned(er)wert/
op hue(re)n cost ende soe wanneer men inden voirs(creven) hove and(er)ss(ins)/
wercke(n) zal va(n) ouden wercken het zij va(n) metsellerien pleckerien/
oft and(er)ssins d(air)aff zullen de wynnen die stoffe met hue(re)n wagen(en)/
ende p(er)den aenhalen op hue(re)n cost It(em) zullen de voirs(creven) wy(n)ne(n)/
den voirs(creven) janne jairlijcx doen twee carweyden met hue(re)n/
wagen(en) ende peerden ende de eeusselen aldair opt leste/
jair vanden voirs(creven) t(er)mijne te half m(er)te bevreet hebben en(de)/
ongeedt laten ende wairt dat dair e(n)nige oude willigen/
v(er)droeghden die zullen de voirs(creven) wynne(n) hebben en(de) twee pote(n)/
voe(r) elke wed(er)om moete(n) setten Es voirt vorwerde dat de/
voirs(creven) wynne(n) de voirs(creven) landen wel ende loffelijck wynne(n) ende/
werve(n) zulle(n) gelijck reengenoete(n) bove(n) ende benede(n) ende die/
laten thue(re)n afsceyden(en) ind(en) manie(re)n hier nae volgen(de) Te weten(e)/
dblock acht(er) thoff ende vi dach(mael) gelegen aen pauwel smeets/
goede(n) met hue(re)n toebehoirte(n) met rogge besaeyt op vier getidege/
voren dlyntbosch met zijne(n) toebehoirten met zom(er)coren(en) besaeyt/
de g(er)ste op drie voren ende de evene besaeyt op twee voren/
ende een dachmael vanden voirs(creven) lande met raepsade ende/
tcapelvelt met zijnen toebehoirten brake eens o(m)megedaen ende/

//
allet stroe opde voirs(creven) goede wassende boven de voirs(creven) xl ma(n)delen/
walms zullen de wy(n)nen met hue(re)n beesten binnen den voirs(creven) hove/
etten ende slijten ende mest d(air)af maken ende dat vue(re)n opt/
voirs(creven) lant slants meesten p(ro)fijte Item soe wanneer de voirs(creven) jan/
binne(n) den voirs(creven) t(er)mijne in zijn beempde oft eeusselen enige grachte(n)/
doet oprichten oft enich hout boemen struucken oft ander hout/
dair inne staende oft wassende doet uutroden het zij viii oft/
ix dagen tsjaers d(air)aff zullen de wynne(n) den werclieden den montcost/
geven ende [jan de] dachue(re)n betalen It(em) es vorweerde oft de voirs(creven) p(ar)tien/
ten uutgange vanden voirs(creven) t(er)mijne van malcande(re)n sceyden wille(n)/
dat in dien gevalle de gene die alsoe sceyden zoude willen/
den ande(re)n dat zal moeten cundigen een jair te voe(re)n voe(r) den/
uuytganck vanden selven t(er)mijne Ende alle dese vorweerde(n) en(de)/
geluften (et)c(etera) cor(am) berge hove augusti xxii Sen(tentiatum) p(er) arnoldum de vroenhove(n) tamq(uam) maritum et mamburnu(m) [do(micel)[le]] ka(tli)[ne[ de buetsele eius ux(oris) r(e)l(i)c(t)e joh(annis) q(uon)d(am) de daelhem cor(am) absoloens b(er)ghe fe(bruarii) xxviii a(nn)[o] xci stilo brab(antie) Et est add(uc)tus ad mo(bilia) et i(m)mo(bilia) cor(am) eisd(em)
Nagekeken doorJan Boncquet
ModeratorJan Boncquet
Laatste update:: 2017-01-10 door Xavier Delacourt