Nae dien dat costen de boys als rintmeest(er) des/ he(re)n van sombreff inde banck voe(r) meye(r) en(de) scep(enen)/ van loven(e) heeft te kenne(n) doen geve(n) hoe dat/ mathijs de chenoy als poirte(r) van des(er) stadt
//
hadde doen uutscrive(n) h(ier) voirmaels zeke(re) sijn goede/ te weten(e) have(r) en(de) ande(r) goede die de voirs(creven) rint/ meest(er) ond(er) den bewinde des hee(re)n van sombreff/ voirs(creven) hadde doen co(m)me(re)n en(de) beslaen voe(r) zeke(re)/ actie en(de) scult die deselve rintmeest(er) hem eyschen(de)/ was inde(n) name van sijne(n) h(er)scape d(air)af den/ dach als op heden diende als tot eene(n) v(er)streken(en)/ daige om in dien voirts rechts te plegen(e) soe/ dat behoe(re)n soude Aldair de voirs(creven) poirte(r) nyet/ en compareerde versueken(de) alsoe deselve rint/ meest(er) trenvoy t(er) plaetsen dair de voirs(creven) rasteme(n)te(n)/ gebuert wae(re)n om totte(n) sijne(n) te geraken(e) Es/ gewesen t(er) manissen smeyers bijde(n) scepen(en) gelieft/ den voirs(creven) rintmeest(er) sijn p(rese)ntacie te doen/ theeken(en) dat hij dat doen mach en(de) heeft hij/ d(air)entinden voird(er) gebreck dat hij dat volge/ aenden borg(er)meeste(r) dair en(de) alsoe dat behoirt/ In scampno februarii xix