Item claes van wynghe heeft inde banck voir/ meye(r) en(de) scepen(en) van loeven(en) met sijne(n) gelev(er)den/ voirsprake doen opdoen hoe hij met drie behoirl(ijke)/ rastement(en) gevolcht hadde op zeke(r) pe(n)ningen/ toebehoiren(de) henr(icke) bilien wesen(de) in hande(n) arnts/ van vlasselair en(de) sijnd(er) huysvrouwen voe(r) zeke(r)/ schult die he(m) deselve henr(ic) bilien duechdelijck/ sculdich was De welke hij bij eede p(rese)nteerde/ te ve(r)ifice(re)n en(de) versocht deselve claes d(aer)aff recht/ soe v(er)re dat scepen(en) van loeven(en) t(er) manissen/ smeyers he(m) tot zijnd(er) wairheit d(aer)nae totter
//
verificatien bij eede van zijnd(er) wettig(er) schult gewijst/ hebben hij met willem(me) claes vorste(r) bij eede gethoent/ heeft de voirs(creven) drie rastemente(n) behoirlijck gedaen/ te hebben en(de) voirt zijn schult geve(r)ificeert gedragen(de)/ xxii rinsguld(en) sond(er) de costen ind(er) saken geloepen/ en(de) d(aer)entinden deselve scepen(en) voirt gemaent gewijst/ hebben dat deselve claes zijn geve(r)ificeerde schult/ aen de voirs(creven) pe(n)ninge(n) ond(er) den selve(n) gehuysschen/ berusten(de) neme(n) soude bij alsoe oft dair ov(er)de dat hij/ dat de(n) selve(n) henr(icke) bilien soude laten volge(n) en(de) oft/ dair gebrake dat hij voirts vare(n) soude moegen met/ rechte in scampno cor(am) om(n)ib(us) dempto vynck m(ar)tii viii