SAL7388, Akte: V°295.2 (481 van 633)
Akte V°295.2
Act
Datum: 1495-03-30
Transcriptie
2021-03-08 door Roger MoriasIt(em) al eest dat den voirs(creven) bekynbrieff sprect t(er) manisse(n)/
te betalen(e) soe is dat nochtan gesciet bijd(en) voirs(creven) joha(n)e(n)/
der moed(er) te dier meyn(in)g(en) dat deselve kind(ere) hen d(aer)mede/
niet en sullen mogen behulpen dan yerst nae daflivich(eit)/
van huer(er) moed(er) voirs(creven) en(de) niet eer en(de) dan sulle(n) zij hen/
moegen doen leyden tot allen den goeden d(er)selv(er) huer(er)/
moed(er) die zij nae hue(r) aflivicheyt laten sal have en(de)/
erve om de voirs(creven) so(mm)e van pe(n)ni(n)g(en) geheelijck met coste/
en(de) co(m)me(r) d(aer) aen te verhalen cor(am) eisdem
Nagekeken door: kristiaan magnus
Moderator: kristiaan magnus
Laatste update:: 2017-01-24 door Xavier Delacourt