Item henrick vand(er) horst heeft gekindt en(de) gelijdt/ al eest soe dat den scepen(en) br(ieven) van loeven(e) die hij/ en(de) hubrecht de becke(re) zijn behoudt zone opden derde(n)/ dach van aprille a(n)no lxxxi bekint hebbe(n) yden van/ haecht geheeten vanden male wed(uw)[e] symoens wijlen/ blanck(art) en(de) henr(ick) hue(re)n sone van twee rinsgulden(en)/ lijftochten ten live vand(er) selv(er) yden en(de) henricx huers/ soens et sup(er)stitis begrijpt dat de selve hubrecht/ den voirs(creven) henr(icke) vand(er) horst d(air)aff geloeft heeft/ scadeloes tontheffen dat hij henr(ick) vand(er) horst nochta(n)s/ de hootpe(n)ni(n)gen vand(en) selve(n) twee rinsg(ulden) lijftochten
//
selve getogen ende in zijne(n) p(ro)fijte bekeert heeft/ ende heeft d(air)om geloeft den selve(n) hubrechte tot/ zijnd(er) manissen d(air)aff costeloes ende scadeloes/ te houden en(de) teene(n) male tontlasten Ende t(er) ande(r)/ zijden heeft de selve hubrecht oic geloeft den/ voirs(creven) henr(icke) vand(er) horst zijne(n) sweer tot zijnd(er)/ manissen scadeloes te houden en(de) teene(n) male tontlaste(n)/ van zijnd(er) hellicht van alsulken drie rinsgulden(en)/ lijftochten die de selve hubrecht en(de) emoudt vand(er)/ horst beyde als pri(n)cipale ende de voirs(creven) henr(ick) va(n)d(er)/ horst als hue(r) borge voirmaels bekint hebben/ sculdich te zijne der jouffr(ouwe) van oppendorp beghine/ inden groten beghijnhove te loeven(e) prout unicu(i)q(ue)/ d(i)c(t)aru(m) p(ar)tium mo(do) debito suffice(re) possit et vale(re) cor(am)/ borch rosme(re) augusti xxv