Allen den genen dat henrick claes woenen(de) te/ ned(er)hockezeele heeft gemechticht romboute baecx
//
steenhouwe(r) om pete(re)n cybel oft zijn goede te mane(n)/ teyssche(n) optebue(re)n tontfangen en(de) ofts noot zij met/ rechte te v(er)volgen tvoldoen vand(en) coma(n)tscap van/ alsulken xii voeten put cherken alse de selve henr(ick)/ claes den voirs(creven) pete(re)n v(er)cocht en(de) ten huyse m(ijns) vr(ouwe)/ van ranshem inde p(ro)efstrate bewesen heeft te/ aenveerd(en) van elken voete d(air)aff xviii stuv(er)s te bedi(n)g(en)/ te wynnen te v(er)liesen componen(di) quitan(ciam) dan(di) cete(r)aq(ue)/ Promitt(ens) rat(um) salvo iusto calculo cor(am) borch zedele(re)/ aug(us)[ti] decima