Item willem vanden putte woenen(de) inde heylig(heest)/ strate en(de) jan van bullestrate(n) hebben acht(er)volgen(de)/ der t(er)mi(n)acien vand(er) stadt geloeft van daige te/ daige te rechte te bringen(e) mathijse van thuydeke(m)/ voe(r) meye(r) ende scepen(en) van loeven(e) tegen den/ meye(r) van he(re)nt die den selven mathijse alhier/ in hachten heeft doen stellen oft selve d(aer) aff tegen/ hem rechts te plegen en(de) tgewijsde te voldoen(e) alsoe/ v(er)re den voirs(creven) mathijse niet te rechte en bringen/ als voe(r) en(de) and(er)s niet cor(am) borch(oven) bouch(out) octobr(is) xxiiii