SAL7393, Akte: R°24.3-V°24.1 (52 van 692)
Akte R°24.3-V°24.1
Act
Datum: 1499-07-19
Transcriptie
2018-10-25 door helga peetersNae dien jan roelofs alh(ier) naed(er) stadt recht aend(en)/
scouth(eit) van turnhout heeft doen inne scriven meeste(re)n/
arnde van loon als voe(r) xx gouden rijders lijfpen(sien) ts(jae)[rs]/
d(aer)af den dach als vand(en) ii[te(n)] br(ieve) op heden dienen(de) was/
ende de voirs(creven) scouth(eit) als op heden ov(er)gescreve(n) heeft/
ond(er) scepen(en) segel ald(aer) de gelegenth(eit) vanden p(er)sone
//
van meeste(re)n arnde voirs(creven) alsulck te zijne mits/ siecten dat hij sonder perijkel sijns lijfs alh(ier) niet/ en conste gecomen inder maten de medicijns oft/ cyrurgijns dat v(er)clairt hadd(en) Ende de voirs(creven) jan/ hem beducht dat mits des(en) v(er)trecke hij acht(er)deel/ d(aer) bij soude moegen lijden soe verre de voirs(creven) meest(er)/ arnt aflivich wordde gemerct dat hij and(er)ssins/ luttel oft egheen v(er)hael en hadde aen sijn ande(re)/ borgen in des(er) versocht heeft den voirs(creven) offic(ie)r te/ versueken(e) en(de) te scriven(e) dat hij soe aen tgoet/ des voirs(creven) meest(er) arnts soe aende vrinde hem/ te bynnen maken soude soe v(er)re de selve meest(er)/ arnt aflivich wordde dat hij totten sijne(n) soude/ moegen geraken alsoe dat hem genoech soude/ moegen wesen oft and(er)ss(ins) ov(er)leefde Dat hij tselve/ soude comen v(er)antwerden oft den selve(n) ja(n)ne co(n)tente(re)n/ Es bijden selven raide de petitie des voirs(creven) jans/ he(m) genoech gea(n)nueert? en(de) gelast vand(er) stad wegen/ den voirs(creven) scouth(eit) des voirs(creven) steet om hem d(aer) nae/ te r(e)gule(re)n Actu(m) in (con)s(ili)[o] opidi julii xix
//
van meeste(re)n arnde voirs(creven) alsulck te zijne mits/ siecten dat hij sonder perijkel sijns lijfs alh(ier) niet/ en conste gecomen inder maten de medicijns oft/ cyrurgijns dat v(er)clairt hadd(en) Ende de voirs(creven) jan/ hem beducht dat mits des(en) v(er)trecke hij acht(er)deel/ d(aer) bij soude moegen lijden soe verre de voirs(creven) meest(er)/ arnt aflivich wordde gemerct dat hij and(er)ssins/ luttel oft egheen v(er)hael en hadde aen sijn ande(re)/ borgen in des(er) versocht heeft den voirs(creven) offic(ie)r te/ versueken(e) en(de) te scriven(e) dat hij soe aen tgoet/ des voirs(creven) meest(er) arnts soe aende vrinde hem/ te bynnen maken soude soe v(er)re de selve meest(er)/ arnt aflivich wordde dat hij totten sijne(n) soude/ moegen geraken alsoe dat hem genoech soude/ moegen wesen oft and(er)ss(ins) ov(er)leefde Dat hij tselve/ soude comen v(er)antwerden oft den selve(n) ja(n)ne co(n)tente(re)n/ Es bijden selven raide de petitie des voirs(creven) jans/ he(m) genoech gea(n)nueert? en(de) gelast vand(er) stad wegen/ den voirs(creven) scouth(eit) des voirs(creven) steet om hem d(aer) nae/ te r(e)gule(re)n Actu(m) in (con)s(ili)[o] opidi julii xix
Nagekeken door: Jos Jonckheer
Moderator: Jos Jonckheer
Laatste update:: 2017-06-06 door Xavier Delacourt