SAL7393, Akte: V°339.4-V°340.1 (564 van 692)
Akte V°339.4-V°340.1
Act
Datum: 1500-04-03
Transcriptie
2020-07-24 door helga peetersVand(er) questien gecome(n) inde banck voe(r)/
meye(r) n(de) scepen(en) van loeven(e) tussche(n) henr(icke) vand(er)/
maele t(er) eende(re) en(de) vranck(en) willemair als procur(eur)/
diericx van langrode ter ande(re) aldair de voirs(creven)
//
henrick te kynnen gaf hoe dat hij hadde een seke(re)/ rinte van vi r(ins) g(ulden) erfel(ijck) op den voirs(creven) diericken/ en(de) meer ande(re) borgen nae inhouts d(er) scep(enen) br(ieven) d(air)af/ wesen(de) Ende dat de voirs(creven) dierick bij he(m) come(n) was/ des mocht leden zijn twee ja(r)en oft d(air)omtri(n)t ende hadde/ he(m) de voirs(creven) rinte willen aflegge(n) p(rese)nte(re)nde den/ selven henr(icke) zijn pe(n)ni(n)gen eensdeels die deselve/ henr(ick) niet aenveerd(en) en woude dan ingeheel/ en(de) met vollen pachte en(de) de voirs(creven) dierick dat/ siende dat de selve dierick aen he(m) beg(er)de dat/ hij de pe(n)ni(n)gen name seggen(de) hem toe dat soe/ langhe hij vand(en) geheele(n) hootpe(n)ni(n)gen niet geco(n)ten/ teert en soude zijn dat hij he(m) altijt volle(n) pacht/ betalen soude tott(er) tijt als voe(r) ende dat dat/ alsoe geschiet was en(de) de voirs(creven) henr(ick) d(air)op te/ div(er)s(en) stonden van diericke(n) pe(n)ni(n)gen genome(n) hadde/ alsoe dat he(m) alleene resteerde vande(n) hoetpe(n)ni(n)g(en)/ xii(½) r(ins) g(ulden) Dat woude hij diericke(n) geve(n) oft [selve] houde(n)/ hoopen(de) soe verre dierick den eedt niet en aenveerde/ en(de) hij he(n)r(ick) dien dede dat hij hem de pachte(n) zed(er)t/ verschene(n) mette(n) voirs(creven) xii(½) guld(en) op legge(n) en(de)/ betalen soude hem des gedragen(de) totte(n) rechte/ estime(re)nde de voirs(creven) pachte(n) op xii r(ins) g(ulden) als van/ twee ja(r)en zed(er) verloepen Dair op de procur(eur)/ des voirs(creven)henr(ickx) diericx luttel oft niet antwerden(de)/
opden voirs(creven) gedeilden eedt ende oick niet zee(r)/
ontki(n)nen(de) de voirs(creven) woerden en(de) toesegge(n) tussche(n)/
he(m) en(de) henr(icke) geschiet te zijne heeft geallig(eer)t/
donredelich(eit) die d(air)inne soude zijn dat hij voe(r)/
de xii(½) r(ins) g(ulden) hem reste(re)nde de voirs(creven) pachte(n)
//
van twee ja(r)en soude betalen en(de) hoepte d(air)af ongehoud(en)/ te zijne ende dat henr(ick) te vreden zal zijn nemen(de)/ rinte nae advena(n)t van zijne(n) pe(n)ni(n)gen de voirs(creven)/ henr(ick) de contrarie sustine(re)nde en(de) hoopen(de) als voe(r)/ dat dierick he(m) voldaen soude nae zijne(n) voirnemen(e)/ oft zijn ontschout in dien doen als dat de scepen(en)/ des gemaent zijnde de voirs(creven) sake ende bedinghde/ hebben gestelt ind(er) stat handen die ald(air) bij he(m)/ gerapporteert es geweest Ende zijn de voirs(creven)/ p(ar)tie(n) d(air)toe ond(er)wesen bijd(er) wet dat zijs bliven/ zijn wes de selve stadt mi(n)lijck sond(er) rige(re)[n] van/ rechte d(air)af soude(n) moegen uuytspreke(n) en(de) op al/ alsoe gelet zijnde es geappointeert en(de) uuyt/ gesproken bijden selve(n) raide nae div(er)se consideratie(n)/ h(ier)op gehadt en(de) genome(n) dat dierick sculdich sal/ zijn op te leggen(e) en(de) te betalen(e) de xii(½) r(ins) g(ulden)/ reste(re)nde vanden hootpe(n)ni(n)gen d(er) rinte(n) d(aer) q(ue)stie/ af es en(de) voe(r) de pachte(n) d(aer) questie af es betalen/ eens dertich stuv(er)s en(de) d(air) mede gestaen act(um) in/ cons(ili)[o] opidi cor(am) tymple sub(stitu)[to] buets(ele) burg(imagistr)[o] / lyefkenrode rosme(re) scab(inis) et pluribus aliis de/(con)s(ili)[o] aprilis t(er)cia
//
henrick te kynnen gaf hoe dat hij hadde een seke(re)/ rinte van vi r(ins) g(ulden) erfel(ijck) op den voirs(creven) diericken/ en(de) meer ande(re) borgen nae inhouts d(er) scep(enen) br(ieven) d(air)af/ wesen(de) Ende dat de voirs(creven) dierick bij he(m) come(n) was/ des mocht leden zijn twee ja(r)en oft d(air)omtri(n)t ende hadde/ he(m) de voirs(creven) rinte willen aflegge(n) p(rese)nte(re)nde den/ selven henr(icke) zijn pe(n)ni(n)gen eensdeels die deselve/ henr(ick) niet aenveerd(en) en woude dan ingeheel/ en(de) met vollen pachte en(de) de voirs(creven) dierick dat/ siende dat de selve dierick aen he(m) beg(er)de dat/ hij de pe(n)ni(n)gen name seggen(de) hem toe dat soe/ langhe hij vand(en) geheele(n) hootpe(n)ni(n)gen niet geco(n)ten/ teert en soude zijn dat hij he(m) altijt volle(n) pacht/ betalen soude tott(er) tijt als voe(r) ende dat dat/ alsoe geschiet was en(de) de voirs(creven) henr(ick) d(air)op te/ div(er)s(en) stonden van diericke(n) pe(n)ni(n)gen genome(n) hadde/ alsoe dat he(m) alleene resteerde vande(n) hoetpe(n)ni(n)g(en)/ xii(½) r(ins) g(ulden) Dat woude hij diericke(n) geve(n) oft [selve] houde(n)/ hoopen(de) soe verre dierick den eedt niet en aenveerde/ en(de) hij he(n)r(ick) dien dede dat hij hem de pachte(n) zed(er)t/ verschene(n) mette(n) voirs(creven) xii(½) guld(en) op legge(n) en(de)/ betalen soude hem des gedragen(de) totte(n) rechte/ estime(re)nde de voirs(creven) pachte(n) op xii r(ins) g(ulden) als van/ twee ja(r)en zed(er) verloepen Dair op de procur(eur)/ des voirs(creven)
//
van twee ja(r)en soude betalen en(de) hoepte d(air)af ongehoud(en)/ te zijne ende dat henr(ick) te vreden zal zijn nemen(de)/ rinte nae advena(n)t van zijne(n) pe(n)ni(n)gen de voirs(creven)/ henr(ick) de contrarie sustine(re)nde en(de) hoopen(de) als voe(r)/ dat dierick he(m) voldaen soude nae zijne(n) voirnemen(e)/ oft zijn ontschout in dien doen als dat de scepen(en)/ des gemaent zijnde de voirs(creven) sake ende bedinghde/ hebben gestelt ind(er) stat handen die ald(air) bij he(m)/ gerapporteert es geweest Ende zijn de voirs(creven)/ p(ar)tie(n) d(air)toe ond(er)wesen bijd(er) wet dat zijs bliven/ zijn wes de selve stadt mi(n)lijck sond(er) rige(re)[n] van/ rechte d(air)af soude(n) moegen uuytspreke(n) en(de) op al/ alsoe gelet zijnde es geappointeert en(de) uuyt/ gesproken bijden selve(n) raide nae div(er)se consideratie(n)/ h(ier)op gehadt en(de) genome(n) dat dierick sculdich sal/ zijn op te leggen(e) en(de) te betalen(e) de xii(½) r(ins) g(ulden)/ reste(re)nde vanden hootpe(n)ni(n)gen d(er) rinte(n) d(aer) q(ue)stie/ af es en(de) voe(r) de pachte(n) d(aer) questie af es betalen/ eens dertich stuv(er)s en(de) d(air) mede gestaen act(um) in/ cons(ili)[o] opidi cor(am) tymple sub(stitu)[to] buets(ele) burg(imagistr)[o] / lyefkenrode rosme(re) scab(inis) et pluribus aliis de/(con)s(ili)[o] aprilis t(er)cia
Nagekeken door: Jos Jonckheer
Moderator: Jos Jonckheer
Laatste update:: 2017-06-13 door Xavier Delacourt