Item de voirs(creven) peeter deutels ende anna hertshals zijn huijsvr(ouw)/ hebben opgedragen met behoirl(ijcke) v(er)thijeniss(en) acht carolus guld(en)/

te xx st(uijvers) tstuck erffelijcke rinte te valle(nde) jaerl(ijcx) een huijs metter/ schaelgije(n) achter huijse come(nde) uuijte ind(en) croech met all(en) and(ere)n/ zijn(en) toebehoirten gelijck tzelve gestaen es binnen deser stadt inde / geheete(n) de(n) nachtegale gelijck tzelve gestaen es binne(n) des(er)/ stadt inde cortstrate tussche(n) de thuijs geheete(n) doude roose/ ter eenre ende thuijs geheeten de belle ter andere zijden Exp(ositis)/ ende goirde de bosser en(de) anna hertshals zijn huijsvr(ouw)/ woone(nde) te love(nen) imp(ositis) p(er) mo(nitionem) redd(idi)t ende voirts meer op/ acht carolus guld(en) te xx tstuck der mu(n)te(n) shertogen van brab(ant)/ cours e(nde) loop hebb(ende) erffel(ijcke) rinte alle jaire opd(en) xiii[e] dach/ octobris te betale(ne) ende ind(er) stadt wissel van love(ne) los e(nde)/ vrij e(tcetera) oijck va(n) x[e] xx[e] hondertsten e(nde) all(en) ande(re)n pen(ningen) te leve(ren)/ in futuru(m) et satis [...] ind(ivisim) et war(as) op nege(n) carol(us) g(ulden) oft aen(de) cap(elaen) / va(n) ons(er) liever vrouwen ghinder buijten zeven carol(us) g(ulden) ae(n) dismas/ ijde(n) twee [carol(us)] guld(en) vi st(uijvers) aen(de) tweelf ap(ostel)en vijf carol(us) g(ulden) aen/ derfg(enamen) m(eester) jans [van] boxhore(n) zeke(re) capuij(nen) ae(n) m(eester) jacoppen gosseal/ ta(n)q(uam) prout Met (con)diti(e)n dat de v(oer)s(creven) opdrage(ren) de v(oer)s(creven) erfrinte va(n)/ acht carol(us) g(ulden) zullen mog(en) loss(en) e(nde) afquijte(n) talle(n) tijd(en) alst hen/ gelieven zal teend(er) reijs(en) elcken carol(us) g(ulden) dairaf met zeventhien/ gelijcke carol(us) g(uldens) e(nde) met volle rinte Ghelove(nde) voirts de v(oer)s(creven)/ opdrageren en(de) tot hen [de voers(creven)] m(eester) will(e)m deutels licen(tiaet) ind(en) recht(en) e(nde) jacq(ue)s/[jacques] deutels [zijn] gebruedere(n) d(er) kinde(ren) der v(oer)s(creven) opdrage(ren) ... ac m(agistro)/

gull(elmo) renun(ciando) in forma obliga(ndo) et submitt(endo) in forma ind(visim) de v(oer)s(creven) erfrinte/ jairl(ijcx) te(n) tijde e(nde) t(er)mijn v(oer)s(creven) wel en(de) loffel(ijck) te betaelen e(nde) los e(nde)/ vrij als voe(r) te leveren quol in futur(um) quol(ibet) ass(ecutu)m et t(antum) en(de) zijn/ huijsvr(ouwe) ind(en) d(en) v(oer)s(creven) heur kindere(n) [van(de) v(oer)s(chreven) gelufte van rechte de(n) [vacat] en(de) elcken van hen] geloeft costeloos en(de) schadeloos/ tontheffen(e) daer voe(r) huere p(er)soo(nen) en(de) alle hu(n)ne goed(en) p(rese)nt e(nde) toecome(nde)/ verobligerende ende submitterende