Item in tegenwoerdicheijt des meijers en(de) scepen(en) / van loeven(e) gestae(n) aerdt vand(er) woome(n) sone wijle(n) henr(icx) / woomen(de) te zichen(ne) heeft opgedrage(n) met behoerlijcke / verthijenisse(n) een boende(r) bosschs gelege(n) bove(n) den / ruelensput d(aer)aff dee(n) zille is gelege(n) ongedeijlt met / jan(nen) ond(er) deijcke en(de) jan(nen) verbeke(n) regen(ooten) henr(ick) zwinnen / in twee zijd(en) en(de) dande(r) resteren(de) drije zille(n) te(r) and(er)e(n) / zijd(en) en(de) van(den) selve(n) drije zille(n) regen(ooten) derffgen(amen) ro(m)bouts / bruijnicx in deene simons smets erffgen(amen) en(de) (con)sorten / te(r) ii[er] ende de goed(en) m(eeste)r jans bruegelmans ter / andere(n) zijd(en) Exp(osito) soe is d(aer)inne gegoet en(de) geerft / te(n) erffel(ijcken) rechte m(eeste)r cornelis cores secretaris / der stadt van zichen(ne) p(er) mo(nitionem) Et sat(is) et war(as) op / tsheere(n) chijs vande(n) gronde p(ro)ut iure Ende is / conditie dat de(n) ierste(n) houw van(den) selve(n) bossche / binne(n) vie(r) jaere(n) naestco(m)men(de) is vercocht ende / sal moete(n) volge(n) jan(nen) cools om ende voe(r) de / so(m)me van vijffentwintich car(olus) g(ulden) te xx stuvers / tstuck eens