Item willem van(den) broecke sone wijle(n) peeters
//
woone(nde) nutertijt binne(n) deser stadt va(n) loeve(nen) / in p(rese)ntia heeft bekint e(nde) gelede(n) kent e(nde) / lijdt midts des(en) bij [ae(n)] hem bij el(isa)b(e)t van(den) broecke / zijn(e) suster woone(nde) insgel(ijcx) binne(n) deser / stadt gelost gequete(n) e(nde) affgeleet te zijn(e) / met volle pachte midts sekere somme / van pen(ningen) de qua sat(is) alsulcke(n) drij mudde(n) / rogs erffpachts uuijt e(nde) van nege(n) gel(ijcke) / mudde(n) rogs erffpachts daeraff alnoch / twee mudde(n) opde(n) ix[e(n)] dece(m)bris a(nn)o xv[c] / lxxii bijder v(oer)s(chreven) el(isa)b(e)t gequete(n) zijn(de) valle(nde) / jaerlijcx s(in)te andriess(miss)[e] ap(oste)ls als de / voers(chreven) willem jaerl(ijcx) trecke(nde) is op seker / gronde(n) van erffve(n) gelege(n) te wackerseele / der voers(chreven) el(isa)b(e)t toebehoire(nde) e(nde) hem / opde(n) xvi[e(n)] meerte a(n)no xv[c] lvii voer / scepe(nen) deser stadt tege(n) zijn(en) mede erfge(namen) / in deijlin(ge) gebleve(n) zijn schelde(nde) alsoo / der v(oer)s(chreven) el(isa)b(e)t heure goede(n) d(aer)voer / verbonde(n) e(nde) alle(n) andere(n) des(er) quita(ntien) behoeve(nde) / van(den) v(oer)s(chreven) erffpacht van drij mudde(n) rogs / volcomelijck quijte promitte(ns) nullten(us) / alloqui sed semp(er) sat(is) si quid minus / et wara(n)s erga quoscu(m)q(ue) p(ro)ut obligan(do) / et submitte(ndo) cora(m) duffle maelcote / dece(m)bris xxii[a] /