Item jan van nolle woonen(de) te hoegaerde(n) / alhier gearresteert zijn(de) bij augustijn(en) de / lepeler diener te(n) v(er)suecke van willem(me) / lantsheer weerdt int gulde cruijs heeft geloeft / tege(n) den selve(n) lantsheer te dage en(de) te / rechte te come(n) en(de) tgewijsde te voldoe(ne) ende / hier voe(r) is borghe gebleve(n) als principael / merck de groff sone wijle(n) rend(er)s de(n) welle(n) / de voers(creven) van nolle(n) geloeft tontheffe(n) en(de) costeloos / ende schadeloos tontslaen(e) obligan(do) et submitt(endo) / cor(am) grave(n) maelcote septe(m)bris xvi /