SAL7721, Akte: R°204.1 (118 van 207)
Akte R°204.1
Act
Transcriptie
2020-04-20 door kristiaan magnusIt(em) daneel geld delgardijn in jegenwordicheyt d(er) scepen(en) va(n) loeven/
gestaen heeft geloeft op sijn lijf op sijn goet en(de) op zoenbreke en(de)/
landbreke te sijn dat hi janne mahau[o]t nu(m)m(er)m(er)e vede viantscap/
noch hatye doen noch dragen en sal om negheenre sake(n) wille die/
tussche(n) hen geschiet en(de) gevallen mach sijn tot opte(n) dach van heden Be/
kennende en(de) verlyende openbairlic de voirs(creven) daneel so wae(r) hi hier/
jege(n) dade dat hi sijn lijf en(de) sijn goet verboert sal hebbe ond(er)/
wat he(re)n oft gerichte hi come(n) oft vonden sal w(er)de(n) rike velde/januarii [februarii] quinta anno xxvii
Nagekeken door: Karel Embrechts
Moderator: Karel Embrechts
Laatste update:: 2012-08-30 door Sabrina Keyaerts