It(em) es vorwerde tusschen philips van madeghem en(de) janne van laethem voirs(creven) dat de voirs(creven) philips niet meer noch vord(er) gehoude(n) en sal [sijn tot]te gheven [de(n) vors(creven) janne en(de) sine(n) erfgename(n)] jaerlix vande(n) goede(n) vand(er) to(m)men noch van sceplake(n) dan twee(e)n vijftich gulden te wete(n) viertig pl(a)c voe(re) elke(n) gul(den) gerekent erflik(er) rente(n) half ts(en)t jans misse bap(tis)[ten] en(de) half tot kersmisse te betale(n) de(n) vors(creven) janne en(de) sine(n) naco melinge(n) erflic en(de) so wa(n)neer de vors(creven) jan van laethem den voirs(creven)philipse inde voirs tweegedeelte vande(n) goeden vand(er) to(m)men en(de) sceplake(n) uutgescheide(n) int huys van sceplaken mett(er) gracht en(de) valbrugge(n) d(aer) toe hoe(re)nde gevesticht sal hebben voe(r) hof en(de) voe(re) he(re) [daermen de selve goede af houdende es en(de) des gelijx van xiii sacke(n) tarwen erflic die de selve jan hadde op de goede van eleshem die de voirs(creven) philips oec jege(n) de(n) vors(creven) ja(n)ne gecocht heeft] dat dan de selve philips de(n) voirs(creven) janne van laethem wed(er) vgoede vesticheyt doen sal opte
//
voirs(creven) goede vand(er)to(m)men vanden vande(r) voirs(creven) lii gulden(en) erflic op also dat die renten de(n) vors(creven) philipse tond(er)pande selen blive(n)staen tot d(er)schout behoef daneels wilen van laethem also ve(r)re als de vors(creven) philips d(aer) voer gesproke(n) heeft sond(er) argelist eisd(em)