SAL7729, Akte: V°35.2-R°36.1 (36 van 363)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°35.2-R°36.1  
Act
Datum: 1435-07-23
TaalNederlands

Transcriptie

2016-04-05 door Mi-Je Van Gils
Cond sij allen lieden dat h(er) henric van monthenaken/
canonick regulier der en(de) spiker meester des godshuys/
van heyleshem in jegenwordicheyt d(er) scepen(en) va(n) loeve(n)/
gestaen heeft gegeve(n) en(de) bekendt dat hi gegeve(n) heeft/
[inde(n) name en(de) van wege(n) des selfs godshuys] scoetsart van forneyes sone arnts wile(n) va(n) forneyes/
de helecht vand(er) [grot(er)] thienden van jandrayn mett(er) helcht/
helecht vanden lande daer toehorende en(de) alle(n) ande(re)n/
sine(n) toebehoirten Te houde(n) en(de) te hebben van sente jans/
misse [bap(tis)[te]] lest lede(n) ene(n) t(er)mijn van sesse jae(re)n lanc deen/
na dand(er) daer na sond(er) myddel volgende Elx jaers/
daer en bynne(n) voe(r) hondert en(de) vijftich [om vijfen(de)tseventich] mudde hards/
corens goet en(de) payabel met wanne en(de) met vede(re)n/
wel bereydt d(er) maten van thiene(n) alsulc coren als vand(er)/
voirs(creven) thienden comen sal te wete(n) vi halster d(er) selver/
maten voe(r) elc mudde voirs(creven) gekent te sente andries misse/
apostels te betale(n) en(de) te jandrain te leve(re)n den vors(creven) t(er)mijn/
duerende en(de) telken t(er)mijne alse v(er)volghde schout Op/
alsulken voeghe waert also dat bynnen den vors(creven)/
t(er)mijne vielen honichdouwe die den vruchte(n) scadech/
en(de) v(er)derflic wae(re)n boven xxv boende(re) dat tvors(creven)
//
godshuys van alsulken scade den vors(creven) soetsarde rastoer doen sal/
ter taxacien van goeden ma(n)nen die hen des verstaen Mer waert/
dat de scade niet en gedroeghe tot xxv boende(re) toe So en soude/
tvors(creven) godshuys niet gehouden zijn hem daer af rastoer te doen/
Ite(m) es vorwerde waert also dat de vors(creven) scoetsart aende voirs(creven)/
thiende bynnen den vors(creven) t(er)mijne scade hadde oft lede van tempeesten/
werringhen oft oerloge dat de tvoirs(creven) godshuys hem d(aer) af rastoer/
doen sal gelijc ande(re) he(re)n en(de) p(re)laten hae(re)n thiendene(re) bove(n) en(de)/
benede(n) d(aer) af doen selen Op also dat de voirs(creven) scoetsart de vors(creven)/
scade also wael vande(n) honichdouwe als vande(n) tempeeste werringhe of/
orloge op datse geschiede de(n) voirs(creven) godshuyse te wete(n) doen sal en(de) kundigen/
altoes xiiii nacht te voren eermen de vrucht af doen sal En(de) is/
claerlic ond(er)sproken dat de vors(creven) scoetsart alle jae(re) voirs(creven)/
vand(er) vors(creven) so(m)men vanden coerne v betale(n) mach voe(r) xx [x] mudde/
hards corens [xx] xl mudde evene(n) d(er) selver maten van thienen/
en(de) niet vorde(r) Voert is vorw(er)de dat de vors(creven) scoetsart allet/
coren de helecht van alle den coren staende op de lande die tot/
der vors(creven) thienden toebehoe(re)n inden oeghst in deynde vanden vors(creven) t(er)mijne/
na dat de(n) selven [t(er)mijn] uut sal zijn hebbe(n) sal en(de) v(er)gade(re)n en(de) den vors(creven)/
godshuyse va(n) elke(n) boend(er) d(aer) af betale(n) sesse halster corens d(er) maten/
van thiene(n) en(de) te jandrayn leve(re)n tot sente jans andries misse apostels/
d(aer) naest volgende En(de) hier af is borghe des vors(creven) schoetsarts als/
p(ri)ncipael sculd(er) om jan van blehain sijn zwag(er) die de selve schoetsart/
hier af geloeft heeft scadeloes te houden en(de) tontheffen hug(ar)de(n)/
velde julii xxiii
//
Nagekeken doorInge Moris
ModeratorInge Moris
Laatste update:: 2016-02-12 door Agata Dierick