SAL7733, Akte: V°112.3-R°113.1 (123 van 422)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°112.3-R°113.1  
Act
Datum: 1439-09-19
TaalNederlands

Transcriptie

2014-01-15 door Chris Picard
Cond sij allen lieden dat wout(er) de ruyte(re) henr(ic) de ruyte(re) sijn/
soen symon bollart en(de) gheert vande(n) driessche late sproefsts van/
ghempe in sijne(n) hof tijntbroeck in jeg(enwordicheit) etc(etera) hebben getuyght en(de)/
gedragen dat sij als late des voirs(creven) proefs dair bij ov(er) en(de) aenge/
weest hebbe(n) dair ja aert vande(n) driessche als meye(r) des/
proefsts van ghe(m)pe voirs(creven) in sijne(n) voirs(creven) hof ten versueke roelofs/
vranx bij hen met vier geneghte(n) gedaeght heeft voir/
gebrec van drie mudde(n) rogs d(er) mathe(n) van loven(en) jairlix/
en(de) erflix pachts die de voirs(creven) roelof vranx erflic houdende
//
was op de goede h(ier) na bescreve(n) [ind(er) p(ro)chien van libbeke gelege(n)] Inde(n) yerste(n) op een beemdeke(n)/
houde(n)de omtrent een dach(mael) en(de) op i(½) dachmael lands gelijc dat/
gelege(n) es te samen tusschen de endenpoelstrate en(de) de goede der/
kijnde(re) wilen wouters herro herryons It(em) op een bloexke(n) gelege(n)/
opde(n) zavelberch tusscen de goede der kijnde(re) wilen symoens vand(er)/
haghen en(de) de goede wout(er)s royters dat dair houde(n)de wae(re)n her/
gielijs de roode canonc van sente peters van loven(en) en(de) yde van/
rode en(de) wille(m) en(de) jan van rode hoir soene en(de) op i(½) dach(mael) lands/
gelijc dat gelege(n) is opte(n) voirs(creven) savelberch tusscen de goede yde(n)/
vand(er) haghen en(de) de goede(n) wile(n) henrix bollarts dat dair houden(de)/
was de voirg(enoemde) her gielijs de roode It(em) noch op i(½) dach(mael) lands gelijc/
dat gelege(n) is opte(n) myddelsten savelberch tusscen de goede des/
heylichs gheests van loeven en(de) de goede lodewijx vand(er) haghe(n) dwelc/
jacob de gruyte(re) dair houdende was in welke(n) daghe(n) genoempt en(de)/
uutgedaeght worden de voirs(creven) her gielijs de roode jacob de gruyte(re) yde/
[weduwe jans wile(n) van ee(re)nboudege(m) gehete(n)] van rode jan en(de) willem van rode hoe(r) soene met alle(n) den ande(re)n p(er)sone(n)/
die hen rechts tot de(n) voirs(creven) goeden vermete(n)de wae(re)n diem(en) dat/
nae den rechte bynne(n) der yerster genechten cond en(de) te weten/
dede Tugende voirt de voirscr(even) late van ijntbroec dat sij tvierde/
genechte van grev(en)? voirs(creven) met [uutsijnde] met der saken der welk(er) sij nae/
manisse smeyers voirs(creven) niet wijs en wae(re)n Toghen aen de he(re)n de/
scepen(en) van loven(en) als aen hoir hoet om van hen dair af een vo(n)nis/
te hebben die hen gaven voir een vonnisse Alle de ghene die/
jonger wae(re)n dan de voirs(creven) roelof vranx en(de) dient van rechte/
was late(n) wete(n) hen uut den voirs(creven) goeden en(de) den voirs(creven) roelove/
dair in dwelc de voirs(creven) late aldus ov(er)bracht en(de) voir scepen(en)/
van loven(en) getuyght hebbe(n) Biddende de(n) selve(n) scepen(en) van loven(en)/
dat sij dit op hen voirt tughen en(de) seghele(n) wille(n) dwelc/
doen cap(elle)[ma(n)] velde sept(embris) xix/
Nagekeken doorInge Moris
ModeratorInge Moris
Laatste update:: 2013-07-22 door Lize De Wilder