Cond zij allen liede(n) dat jan van gheele en(de) jan van ghijnderneder alle / beyde van wezemale in teg(enwoirdicheit) der scepen(en) van loeven gestaen hebben / genome(n) en(de) bekind dat zij genomen hebbe(n) [ongesundert en(de) onv(er)scheide(n)] van vrouwe lijsbeth edelheers / meest(ere)se vande(n) groten gasthuyse te loeven en(de) vanden mo(m)boe(re)n des selfs een / eeusel toebehorende den vors(creven) gasthuyse houden(de) omtr(ent) drie dach(mael) gelege(n) / in de p(ro)chie van werchte(re) tusschen de goede tsgoidsh(uys) van v(r)[o]uwe(n)perck / aen deen zijde en(de) de goede tsgoidsh(uys) van ev(er)bode aen dande(re) Te houden / te hebben (et)c(etera) van half m(er)te lestleden eenen t(er)mijn van zess jae(re)n deen / na dand(er) sond(er) middel volgende Alle jae(re) dae(re)nby(n)nen om vijf hollan(dsche) / guld(en) goet en(de) ghinge of de weerdde d(aer)af in ande(re)n goeden ghelde ts(en)te / qui(n)tinsmisse oft te k(er)smisse d(aer)na ombegrepen te betalen en(de) int vors(creven) / gasth(uys) te leve(re)n alle jae(re) des vors(creven) t(er)mijn due(re)nde en(de) tallen t(er)mijne(n) als / vervolghde schout Item es vorwerde dat de vors(creven) wy(n)nen by(n)nen hoire(n) / tween yersten jae(re)n zullen poten en(de) planten op tvors(creven) eeussel xxv / willighener pote(n) tsgoets meeste(n) p(ro)fijte It(em) es noch besproken dat de / vors(creven) wy(n)nen tvors(creven) eeussel bynnen hoiren yersten vier jae(re)n zulle(n) moge(n) / wy(n)ne(n) acke(re)n en(de) werven thoiren besten p(ro)fijte Behoudelic dat zijt / de twee leste jae(re)n ledich en(de) ongeworve(n) houde(n) en(de) laten zullen / also zijt vonden absol(oens) roelants m(ar)tii xxvi /