It(em) jan van oecle oekele soen mauricius van oekele van langhdorp es comen in / jeg(ewordicheit) (et)c(etera) ende heeft genomen en(de) bekent dat hij genomen heeft van h(ere)n henricke(n)/ van voeren proefst canonic regulier ende proefst des godsh(uys) van tong(er)lo [inden name en(de) van wegen des voirs(creven) godsh(uys)] tvier/ dendeel vand(er) thienden va groter thienden van herssele geheten de heythiende/ met hoirre toebeh(oirten) te Te houden ende te hebben van opten dach van ghiste(re)n/ ene(n) t(er)mijn van drie jae(re)n langc deen d nae dand(er) sond(er) myddel volgen(de) elcx/ jaers dae(re)n bynne(n) voe(r) derthien mudde roggen goet en(de) payabel met wanne / en(de) vloegelen wel bereydt der maten van herssele tonser liever vrouwen/ daghe liecht lichtmisse te betalen en(de) int voirs(creven) godshuys te leve(re)n den voirs(creven)/ proefst [en(de)] meest(er) pete(re)n de mera [aut alt(er)i (et)c(etera)] inden name en(de) tot behoef des voirs(creven) godsh(uys)/ jaerlix den voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde ende telken t(er)mijne alse vervolghde schout/ absol(oens) vynck junii xxv