SAL7739, Akte: R°252.2 (425 van 608)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°252.2  
Act
Datum: 1446-03-16

Transcriptie

2018-04-20 door Frans Feyaerts
It(em) jan vander valporten goutsmet in deen zijde en(de) stass roelof de jonghe/
in dande(re) sijn eens worden en(de) met malcande(re)n ov(er)comen alse van hoerd(er)/
beyd(er) erve neven een gelegen inde scrijnstrate achter thuys met sijnre toe/
behoerten des voirs(creven) stas dwelc hij tegen den voirs(creven) ja(n)ne v(er)cregen/
heeft gelijc de erfbrieve des selfs stass volcomelic begripen en(de) zund(er)/
linge vanden doerganghe den voirs(creven) huyse toebehoren(de) gaende acht(er)/
ter voirs(creven) scrijnstraten uut de punten en(de) condicien hier nae bescr(even)/
Te weten want tschaelgieken of hoefken des voirs(creven) stass tuschen beide de/
muere lodewijcx van hortbeke en(de) jans vander stoct alsoet daer gelegen/
es den voirs(creven) stasse geheellic toebehoert en(de) voerts den doerganck ond(er)/
de woenstad die de voirs(creven) jan vand(er) valporten neven den voirs(creven) doer/
ganck ald(aer) inde scrijnstrate behelt so sal de voirs(creven) stas den selven/
doerganck tot eeuwighen daghen also wijd houden als hij nu steet/
en(de) of hem gelieft de doe(r) voe(r) meerder te doen maken dat sal/
hij [altijt] moegen doen sond(er) hijnd(er) te doen oft letsel den huyse oft came(re)n/
voirs(creven) des voirs(creven) jans vand(er) valpoerten boven den voirs(creven) doerganck/
die altijt also hoghe sal moeten wesen vander erden als hij nu/
es Uutgesceiden oft de voirs(creven) jan vander valpoerten opte zijde des/
voirs(creven) doerganx te zijnen huyse waert inde scrijnstrate d(aer) nu een/
want steet in tiden toecomen(de) enen muer metsen woude dat hij/
dat sal moegen doen en(de) dien muer boven der erden ten voirs(creven)/
doerganghe wart janne setten enen halven voet [vord(er)] dan nu dmuerken lenght/
vand(er) platen des voirs(creven) wandekens also dat den selven doerganck/
dan enen halven voet engher bliven sal dan hij nu es Voert es/
vorw(er)de of de selve jan h(ier)namaels opten voirs(creven) muer die hij alsoe/
metsen soude oft oic op sijnen halven muer tuschen hem en(de) lodewijcke(n)/
van hortbeke staende h(ier)namaels yet ty(m)me(re)n woude also breet/
wesen(de) als de ty(m)meringe es die nu boven den doerganck steet dat/
hij dat altijt sal moegen doen also hoghe opwaerts als hem gelieft/
en(de) behouden altijt sijnen oesendrup op tvoirs(creven) tscaelgieken des voirs(creven)/
stas sond(er) yemants wed(er)seggen Welke vorw(er)den en(de) condicien bove(n)/
bescr(even) de voirs(creven) jan in deen zijde en(de) stass in dande(re) elc voe(r) hem/
en(de) sijn nacomelinge geloeft hebben vast en(de) onv(er)brekelic te houden/
tot eeuwigen dagen lomb(ar)t pynnoc m(ar)tii xvi
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2015-12-01 door Jos Jonckheer