It(em) na dien dat voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) van loeven(en) zamentlic comen zijn wout(er)/ janssoen van breda en(de) henrick wellens van herssel diel? elc hoird(er) besund(er)t/ begeerden vo(n)nisse van hoe(re)n scepen(en) brieven te hebben van alsulker geluften/ als merten vander houstraten van hersselt hen geloeft hadde d(aer)af de/ scepen(en) brieve alhier onder ons staen te weten de voirs(creven) wout(er) een gelufte/ van c rijders tot zijnre manissen die hem de selve merten en(de) jan/ zijn brued(er) geloefden voe(r) scepen(en) van loeven(en) januar(ii) xi int jair/ van xliiii En(de) de voirs(creven) henrick wellens eenen scepen(en) brief van loeven(en)/ spreken(de) vanden ontheffen(en) van ii mudden corens lijfpensien die alijd/ vanden schoe(re) tot hoiren live en(de) ten live oliviers hoirs naturlix zoons/ op eenen beempt een boend(er) groet des selfs henrix geleg(en) te berchseem/ inde p(ro)chie van hersselt gelijc de selve geluften staen(de) x dage in/ decembri lestleden volcomelik(er) begrijpt So hebben de selve p(er)sone/ elc hoird(er) zijn vo(n)nisse genomen om hem doen leyden met eenen bevele totten/ goeden des selfs mertens met zulker condicien dat elc van hen aen de/ selve goede also verre die streckten trecken sal zijn schout en(de) dat/ zij evenoudt van date(n) en(de) oud(ere)n wesen zelen mair [oft] die te cort wae(re)/ hen beiden te vernuegen van hoiren p(ri)ncipale en(de) coste en(de) co(m)me(re) d(aer)op/ gegaen metten rechte zo sal elc van hen vanden selven goeden die/ dair wesen selen also vele alst he(n) gebuert na qua(n)titeit der selv(er)/ en(de) de so(m)me van zijnen gebreke heffen en(de) trecken Dwelc de selve wout(er)/ en(de) henric malcand(ere)n geloeft hebben vast en(de) volcomelic te houden en(de)/ te volvue(re)n in allen manie(re)n sond(er) argelist lomb(ar)t pynnock m(ar)cii xvi