SAL7739, Akte: V°321.2 (530 van 608)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°321.2  
Act
Datum: 1446-05-21

Transcriptie

2018-10-30 door Frans Feyaerts
Tvo(n)nis [vanden goeden opde naeste sijde gescr(even)] tusschen arnde ottemans volde(r) die naden rechte d(er) stad van loeven(en)/
beleidt is totten goeden have en(de) erve jans wilen ottemans zijns brued(er)s in deen/
zijde en(de) wout(ere)n meys wonen(de) als nu op de leye in dande(re) alse vanden goeden/
beide have en(de) erve bleven na de doot des voirs(creven) wilen jans ottemans en(de) lijsbette(n)/
zas wilen zijns wijfs de welke de voirs(creven) wout(er) meys aensprack om dat hij/
na de doot des selfs wilen jans ottemans de voirs(creven) lijsbeth na staet der/
heileg(er) kercken getruwet hadde die onlanx gestorven wae(re) Welc jan wilen/
otteman als hij lach in zijnen dootbedde maecte der selv(er) lijsbetten zijnen wive/
met testame(n)te hue(re)n wille te doen met des na hem bliven soude en(de) als de/
selve lijsbeth wout(er) en(de) lijsbeth naemaels vergaed(er)den zo geloefden zij deen/
den and(ere)n in huwelike dair billix gheen bedroch in zijn en soude wie den/
and(ere)n ov(er)leefde dat den lanxsten leven(de) sijn goede in haven en(de) erven blive(nen)/
soude en(de) dat mocht de voirs(creven) lijsbeth gem(er)ct des voirs(creven) huers mans testam(en)te/
billiken wael doen aengesien dat zij hoird(er) goede die zij bij hem brachte/
wael mechtich was en(de) bij dier reden(en) hoepte hij dat dat hem de voirs(creven) goede/
bliven souden en(de) dat hem die sculdich wae(re)n te volgen op dat hij de/
voirs(creven) pointe(n) also hij p(rese)nteerde gethoenen konste Den voirs(creven) arnde d(aer)op/
v(er)andw(er)den(de) zeyde dat de voirs(creven) wilen aert zijn brued(er) hem de voirs(creven) zijn/
schout in zijnen schoutbrieve begrepen bekent hadde in zijnen huweliken/
stoele metten voirs(creven) lijsbetthen zitten(de) en(de) ten tijden dat hij de voirs(creven) erfgoede/
gecreegh en(de) dier wael mechtich was die hij besadt alle zijnen duerdach/
als zijn wettige erve en(de) d(aer) uut sterf als uut zijnen wettigen erve daer/
de voirs(creven) lijsbeth bleef inne sitten(de) als een tochtersse welc pointen hij p(rese)nteerde/
en(de) noeyde te thoenen hoepte waer hij die gethoenen konste dat hem en(de)/
zijnen beleide aengesien dat den selven zijnen schoutbrief voir al bekent/
was volgen soude(n) en(de) des getroeste hij hem totten rechte en(de) beg(er)des een vo(n)nisse/
Daerop de h(ere)n tscepen(en) van loeven(en) gemaent vanden meye(r) wijsden met/
vo(n)nisse den selven arnde tot zijnen bethoen des hij ten dage d(aer)toe gesedt/
volquam en(de) hoepte bij dien dat hem en(de) zijnen beleide de goede volgen souden ende/
sculdich wae(re)n te volgen waert ten ut(er)sten na ae(n)sprake v(er)antw(er)den en(de) thoenisse/
des selfs arnts gewijst voe(r) een vo(n)nis dat den selven arnde en zijnen beleide/
de goede volgen souden en(de) om dat de voirs(creven) wout(er) meys testam(en)te en(de) huwelik(er)/
vorw(er)den ruerden die lyeten zij gaen dair zij sculdich zijn te gaen p(rese)nt(ibus)/
om(ni)b(us) scab(inis) dempt(o) pynnock maii xxi
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2015-12-08 door Jos Jonckheer